Lezen is moeilijk, en de moeilijkheidsgraad van het lezen heeft niet alleen invloed op wat en hoeveel mensen lezen, maar ook op hoe ze de inhoud decoderen.
Een experiment:
Twee groepen kregen een recept voor sushi voorgelegd. Voor de ene groep was het recept afgedrukt in het bekende pc lettertype Arial, de andere ontving het recept in het moeilijker leesbare lettertype Mistral. Beide groepen werd gevraagd hoe lang ze dachten dat de bereiding van de sushi zou vragen. De groep die het recept ontving in het Mistral lettertype dacht bijna tweemaal zo lang nodig te hebben om de sushi te bereiden. De onderzoekers, Song en Schwarz, herhaalden hetzelfde experiment met instructies voor lichaamsoefeningen en met andere lettertypes. Ook hier dachten de de gebruikers die hun aanwijzingen kregen in het moeilijkere lettertype bijna tweemaal zoveel tijd nodig te hebben om de oefeningen af te werken.
Straf? Bedenk dan dat groepen die brainstormen in een ruimte waar een logo van computerfabrikant Apple ophangt, met veel meer ideeën komen dan vergelijkbaar samengestelde groepen die aan de slag gaan in een ruimte waar het logo van Microsoft ophangt.
Conclusie: alles (lengte, lettertype, kleuren, sleutelwoorden, moeilijkheidsgraad ... ) bevat hints die bepalen of, hoe en wat lezers uit je tekst decoderen.
Om het met Steve Krug te zeggen : Don't make me think. En daar is toch nog wel wat werk aan : vrijdag zag ik in onze kranten/websites colums die amper herkenbaar waren als column, doorverwijzingen die naar pagina's leiden waar je zelfs met zoeken amper de vervolgdraad kon oppikken ...
0 reacties:
Een reactie posten