Kranten maken: lessen uit Vlaanderen

De Standaard brengt dit weekend een reeks stukken over Vlamingen in het Nederlandse krantenlandschap ('lessen uit Vlaanderen'), naar aanleiding van het vertrek van hoofdredacteur Peter Vandermeersch naar het NRC Handelsblad.

Zo komt o.m. Jaak Smeets van De Persgroep aan het woord


'Centraal staat natuurlijk de krant zelf. Die moet verrassen, inspireren, lezers het gevoel geven dat ze er rijker en wijzer van worden... Maar daarnaast zijn ook promotie en marketing bijvoorbeeld heel belangrijk ... Kranten schaamden zich om aan marketing te doen...De voorpagina moet aantrekkelijk zijn en mensen doen toehappen in de krantenkiosk.

De organisatie en de redactiestructuur zijn van het grootste belang...we willen de best mogelijke krant maken en dat kan alleen als de organisatie goed is...niemand mist de banen die verdwenen zijn...Integendeel, de inertie is weg.

'Verrassen' is wat een krant actualiteitswaarde geeft, ook in dit twitter tijdperk en ook al werd die krant een avond geleden gedrukt. 'Verrassing' wel in een subtiel evenwicht met 'Voorspelbaarheid', want dat ontbreekt in het betoog van Smeets. De krant is een vriend, een stukje vastigheid in een snel veranderende wereld en wordt vaak in een pauzemoment gelezen. Dus enkele handvatten (indeling, rubrieken, standpunten) zijn wel welkom. Iets waar deze makers van bedrijfsbladen dan weer net iets te ver in lijken te gaan met hun redactiematrix.

MEC community Oriented Media Conference

Gisteren naar dit interessante congres geweest (in organisatie van het Media Expertise Centrum van de Katholieke Hogeschool Mechelen, @ Lamot, Mechelen). Boeiende inhoud, leuke contacten tijdens de pauzes ...

Enkele quotes:

De redacteur/journalist van de toekomst moet evolueren van "leraar" naar "gids" ... Dat is niet hetzelfde als je platform overleveren aan de massa ... Leiders inspireren, zetten voorbeelden, gidsen... Er zal altijd iemand leiden, soms iemand uit de eigen organisatie, soms iemand daarbuiten ... Als mediabedrijf moet je naar buiten kijken, je community ondersteunen met tools en vooral niet vergeten dat het om mensen gaat, waar je ze ook vindt, niet om kanalen

Gregorz Piechota


The future is local, people, quality
Jan Servaes


De verwachtingen naar het publiek (UGC) zijn hoog gespannen. Maar burgerjournalist is een eenzaam beroep, zonder veel bescherming... Dat werkt dus niet, behalve in uitzonderlijke gevallen... Je moet je publiek aanspreken op dingen die ze wel kunnen ... Laat ze andere dingen doen, maar je als uitgever ook veel mee kan doen

Piet Bakker


Marketeers and mediaexperts should try to blend the new the new with the old, because people do so too

Jeroen Overstijns (Sanoma)


Kennis (en beleving) worden veel meer gewaardeerd dan journalistiek vakmanschap...die vergevingsgezindheid geldt waarschijnlijk ook voor algemene media

Alex Beishuizen (Intermediair) over de 1100 burger 'experts' bij computable


Meer lezen ? Bekijk dan deze tweets

Media Bouwers: Aimé Van Hecke, Christophe Glorieux, Marian Kin

Recent hadden we bij Concentra een aantal inspirerende media makers op bezoek. Op 29 april waren we gastheer voor een Mediaknow evenement van Medianet Vlaanderen, met Aimé Van Hecke van Sanoma als gastspreker.

Een goed verhaal verkoopt altijd, wat ook het platform is. En dat zal zo blijven ... Succesvolle magazines zijn de illustratie van de hechte band tussen lezers en redactie, van een bijna ambachtelijke vermogen om lezers te grijpen. Magazines geven inspiratie, energie en zetten aan tot conversatie en actie. Ze geven een gevoel van identiteit en weten lezers aan te spreken in hun dagdagelijkse leven.


Van Hecke gelooft in platformspecificiteit en complementariteit tussen de mediavormen, niet in het één keer aanmaken en daarna over meerdere platformen verspreiden van content. Hij gaf zijn visie over wat kranten moeten gaan doen (missie herdefiniëren), had het tablets, over de internet plannen van Sanoma (misschien komt er al snel een startpagina.be) en over de speciale creatieve projecten tbv adverteerders die de advertentie afdeling uitwerkt. Want :

...er is geen schaarste meer. De verloren inkomsten komen nooit meer terug...


Twee dagen eerder hadden we Christophe Glorieux en Marian Kin van Vacature op bezoek. Twee gepassioneerde media makers die de lat telkens opnieuw hoger (moeten) leggen, want als je een premium (advertentie) product maakt, dan moet je dat ook waar(d) maken naar je lezers en adverteerders. Met haar redactieformule wil Vacature niet alleen ambitie uitstralen, ook de eigen redactie is ambitieus : aan heel wat reeksen gaan maanden van voorbereiding en onderzoek vooraf. Tegelijkertijd wil Vacature ook confronterend en engagerend zijn, door nieuws te maken en stelling in te nemen. Marian ging in detail in op de werking van de redactie van het magazine en de website, deelde interessant onderzoek, onthulde hoe en waar Vacature nieuws raapt en hoe het zijn netwerk zo kan uitbouwen, dat het telkens interessante gasten heeft, buiten het traditionele circuit dat tot vervelens toe in de traditionele media opgevoerd wordt. De vele journalistieke prijzen die Vacature al in wacht mocht slepen, bewijzen dat de strategie werkt.

VERWANT: o.a. Jean Paul Schupp twitterde van op MediaKnow 29 april 2010 en zette volgende beelden met de toekomstvoorspellingen van Aimé Van Hecke op het net (klik op de thumbnails voor de orginele opnames)

De voorspellingen van Aime VH #medianetvl on Twitpic

Deel 2 #medianetvl on Twitpic

Deel 3 tx Aime VH #medianetvl on Twitpic

The iPad has landed

Vanmiddag de iPad van uberNerd Joris mogen beroeren.

Alle beloftes inzake beeldkwaliteit, animatie e.d. worden waargemaakt.
'Alice in wonderland' is wonderlijk, en een flinke draai aan de boekenkast geven om van e-reader naar iTunes te schakelen heeft ook iets magisch.
Nota's ingeven in een fraai handschrift heeft ook wel iets, tot blijkt - als je bv. een schrijffoutje maakt - hoe geconditioneerd je bent door muis en muiswijzer. Met het touchscreen enkele karakters teruggaan is quasi onmoglijk, en op 'backspace' hameren beschouwde ik nu toch echt wel als verleden tijd.

Daar zit ook een kleine teleurstelling. Verschillende blogberichten beloofden nu net dat het omgaan met content via je vingers op het touchscreen tot een nieuwe, intensere, directere en meer natuurlijkere beleving van media zouden leiden. Daar ben ik nog niet zo van overtuigd. Maar misschien kan het ook liggen aan de Apps die ik uitprobeerde. Lees daarom ook deze interessante analyse van twee iPad Nieuws applicaties.

LEES OOK:


De conversation manager twittert

Twitter heeft sinds kort een blog voor mediamensen met ideeën over hoe je twitter kan inzetten om programma's, kranten en tijdschriften te promoten. Wat vind je hier : suggesties, beste praktijken en handige tips, zoals (verwijzingen naar) tips voor journalisten om het waarheidsgehalte van een 'tweet' te achterhalen.

Onder het kopje 'case studies' vind je er voorlopig nog maar één, die van het kabelkanaal Oxygen dat een interessant experiment opzette bij de lancering van het vierde seizoen van 'Bad Girls Club'.

Oxygen profiteerde maximaal van het tijdsverschil tussen Oost en Westkust - de VS omvatten immers een drietal tijdszones. Een klassiek opzet van testmarkt en controlegroep. Het programma dat aan de Oostkust uitgezonden werd, kreeg een nieuw programma mee ('Oxygen Live') waarin leden van de 'cast' de conversatie aangingen met hun publiek, het programma aan de Westkust in eerste instantie niet.

De kijkcijfers aan de Oostkust lagen +92% hoger dan in seizoen 3, die aan de Westkust +14%. Toen 'Oxygen Live' ook ingevoerd werd aan de Westkust, kreeg ook hier het aantal kijkers t.o.v. het vorige seizoen een flinke duw in de rug (+56%). Het verschil in de doelgroep vrouwen 18-49 was nog extremer. Lees de casestudy hier.

UPDATE 14/4:
Liveblog MIPV (Cannes) over sociale media als aanjager voor klassieke media

Ook de Belgische krant De Morgen bracht vandaag een stukje over MIPTV

(Chloe Madden) ... ook omdat Twitter nu ... manier is waarop veel mensen ontdekken wat ze willen bekijken...Ook bij Facebook zijn ze ervan overtuigd dat beide media elkaar kunnen versterken (Stephen Haines) ...Facebook werkte al samen met onder meer CNN en het Britse Channel 4 om na te gaan wat het effect van een goede Facebookpagina kan zijn. Twitter experimenteerde onder meer tijdens de Video Music Awards van MTV, waar de miljoen tweets over de show onmiddellijk gevisualiseerd werden op basis van populariteit... In Spanje loopt sinds eind maart op de digitale zender Veo7 een discussieprogramma dat alleen met Twitter werkt.



VERWANT:
UPDATE 4/7: een interessante infografiek over de relatie tussen online buzz en kijkcijfers bij Mashable

Gastcolleges mediaplanning en journalistiek

Een kort overzicht van gastcolleges, lezingen en workshops die ik in de afgelopen maanden gegeven heb : vorige woensdag 'mediaplanning' voor de HUBrussel, een bij-de-tijd gebrachte versie (het moet voor mezelf ook spannend blijven) van een gastcollege mediaplanning dat ik eind vorig jaar ook voor de uHasselt gaf (contact Wim Janssens) en daarvoor voor uGent (Katarina Panic, Verolien Cauberghe). Rondom datzelde thema, mediaplanning heb ik ook de kickoff opleidingsessie mogen verzorgen voor de mediaplanners van de werkgroepen die deelnamen aan het pitch project voor echte-wereld-klanten (dit jaar Unilevers 'Dove') van KH Mechelen. (Els Sambaer)

En vorige week was er de workshop media onderzoek en media marketing voor de master na master opleiding journalistiek aan de Erasmus Hogeschool (Koen Lemmens, Martina Temmerman) waarin de deelnemende studenten vanuit een echte-wereld briefing de opdracht kregen een media concept te bedenken en uit te werken. Het was dit jaar geen voor de hand liggende opdracht (ik heb nog de hele woensdag lopen twijfelen of ik niet terug zou vallen op de opdracht van vorig jaar), maar de resultaten zijn prima.

Een hele dag brainstormen is niet niks, maar je staat toch steeds te kijken van tot welke oplossingen en creativiteit studenten weten te komen. Iets wat je beroepsmatig helaas nooit zo aantreft. Waar zou dat talent toch verloren gaan? Ok, deze studenten vertrekken uiteraard van een erg gefocuste briefing, waar in de echte wereld 'paralysis by analysis' vaak al snel zijn vernietigende uitwerking heeft. Maar toch jammer.
Link

30 jaar radio Benelux

Radio Benelux uit Paal-Beringen bestaat dinsdag 30 jaar. Ik mag Benelux dan een beetje uit het oog verloren zijn, omgekeerd is het best leuk om in de gallerij van bekende ex-medewerkers opgenomen te worden. (Dank je Hans)

Een korte wandeling doorheen 'Memory Lane'. Ik was 17, de hits van het moment waren Promised you a miracle van Simple Minds (nummer 1289 in de platencollectie van Benelux, nummers die je als presentator van de maandageditie van het verzoekplatenprogramma 'Schijven na Vijven' snel leerde memoriseren, want het was toch een eindje lopen van de studio naar de ketelruimte waar de platen stonden :-) en Lenny van de Buggles (Trevor Horn!).

En zoals dat voor ongeveer iedereen uit die tijd geldde : het was een heel plezierige leerschool. Je leerde veel doen met relatief weinig middelen en omgaan met de directe feedback van de luisteraars van zo'n laagdrempelig medium. Ervaring die later de deuren zou openen voor Radio Sinjaal in Leuven en nog later voor HitFM Noordzee in Hasselt. Plaatsen waar ik veel leerde over media management, waar ik de interesse kreeg - en de nodige ervaring opdeed - in marktonderzoek en marketing voor media. Waar ik me verdiepte in automatisering en de kans kreeg om verschillende opleidingen in de VS te gaan volgen. Waar je de interviewvaardigheden (luisteren!) en presentatievaardigheden (spreken!) opdeed die me vandaag nog elke dag van pas komen. Veel is ginds begonnen, daar aan de Galgestraat 8.

Beroepshalve kom ik nog vaak (ex)radiomakers tegen, en allemaal spreken ze over de microbe. Radio beschouw ik voor mezelf als een afgesloten hoofdstuk (hoewel ik me bij de start van Antwerpen 1, het opstapje in de groep naar Nostalgie, nog eens helemaal gegeven heb) heb ik gelukkig die passie ook in andere media projecten kunnen terugvinden.

Zo is de cirkel bijna rond, want je moet geen 'media watcher' zijn om te beseffen dat media - dankzij internet, facebook en andere - opnieuw veel laagdrempeliger geworden zijn. Dat passie een voorwaarde is om met media mensen te kunnen bezielen. En dat de veranderingen die zich onvermijdelijk in onze zakenmodellen gaan voordoen, ons dwingen veel creatiever te worden met minder middelen.

Laten we volgende week - op zaterdag is er een reünie - eens horen hoe het met al de anderen in die al die jaren vergaan is.

De conversation manager in actie

Sta me toe even terug te komen op de conversation manager.

Twee voorbeelden van hoe media de 'conversatie' inzetten om meer media consumenten te bereiken en de beleving te versterken:

Lekkere woorden, memorabele media

Doet een recept in Delicious lezers meer het water in de mond lopen dan een recept in Ambiance, gewoon omwille van het verschil in het gebruik van bijwoorden en bijvoegelijke naamwoorden? (Lekker, genieten, ...)

De Amerikaanse psychologen Loftus en Palmer geloven van wel. Want wat we ons herinneren lijkt heel erg bepaald te worden door allerhande subtiele aanwijzingen in hoe nieuws en informatie ons gepresenteerd worden. Studenten die in een experiment een filmpje van een aanrijding te zien kregen, schatten nadien de snelheid van de twee botsende wagens hoger in als de vraag geformuleerd werd met het werkwoord "smashed", dan wel met het werkwoord "hit". Sterker nog, de groep die de vraag voorgelegd kreeg met "smashed", dacht gebroken glas gezien te hebben, terwijl dit in de realiteit helemaal niet het geval was.

Tijd om even stil te staan of in teksten en kopregels wel de juiste en de krachtigste bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden gebruiken. En om deze - net als in een goed recept - in de juiste verhoudingen te gebruiken. Want - en dit komt uit de 2x10 regels om fictie te schrijven - ook hier schaadt overdaad.

Medium op de testbank: Mediazine (maart 2010)



Wat, Waar en Wanneer

Mediazine is het maandelijkse (gratis) customer media magazine van retailer Media Markt. Het verschijnt in Nederland op 350K exemplaren (hoewel ik ook al 600K heb horen noemen), voor Vlaanderen beschik ik niet over gegevens. Custom Publishing is een snel groeiende industrie, die past in de trend dat merken zelf media worden.

Wie


Een uitgave van Media Markt. iMediate tekende voor de productie (en krijgt daarvoor in België hulp van Minoc Business Press, een Corelio dochter).

Hoe

iMediate zegt dat het een inspirerend communicatie & lifestyle magazine wil maken, MediaMarkt stelt in een ander artikel dat het al bij de consument aanwezig wil zijn op het moment dat hij/zij zich nog aan het oriënteren is, en dus niet alleen in het laatste stadium, dat van de koopbeslissing.

Als het gaat om een overzicht te geven van wat er op de markt is, dan slaagt het magazine, zeker voor het media aanbod (Games, DVD, Audio ...) daar redelijk tot goed in.

Vooral dat laatste, de "Media Review" is een plezier om in rond te snuffelen. Meer nog, je hebt het gevoel weer helemaal bij te zijn (ook al is dat misschien niet zo, als je even benchmarkt met de bijlagen van kranten en tijdschriften).

Dat gevoel heb je minder bij de rest van het blad, dat lezers (letterlijk) ook aanspreekt als 'die hards'. Nu mag een goed blad 'aspirationeel' zijn, maar Mediazine lijkt constant net iets te hoog te mikken. Wat willen we nu : aanwezig zijn op het oriëntatiemoment of de lifestyle van enkelen ? Om dat eerste te bereiken mik je niet op de innovators, neen, je mikt op de 'early majority' door hen te laten weten waarmee de 'early adoptors' bezig zijn.

Het maartnummer is stevig : 140 pagina's, met een twintigtal pagina's advertenties en nog eens 5 pagina's met reclame voor eigen producten initiatieven.

Dat volume is meteen ook het belangrijkste punt van kritiek. Door de opeenstapeling lijkt het ritme, de afwisseling in toon, aanpak en formaten toch niet altijd helemaal te kloppen.

Een nieuwe Canon camera krijgt een spread (pagina 52), waarbij de broodschrijver van dienst zichzelf ongeveer 3x herhaalt. Iets wat je vaker opvalt in dit blad. Eén pagina verder (54) krijgt de zeer goed uitgewerkte workshop 'macro' fotografie maar net iets meer ruimte. Dat is jammer, want de workshop geeft je juist veel meer het idee dat er ook een topfotograaf in jou huist (mits de juiste camera, lenzen ... ). Dat is nu inspirerend. Terwijl de productvoorstelling zijn doel mist. Waarschijnlijk zou een advertentie voor de nieuwe Canon, meer 'redactionele' waarde voor lezers hebben, dan het eerste stuk. Want dat maakt dit soort bladen vaak zo succesvol, dat de advertenties vaak even interessant zijn als de redactionele stukken. Meer advertenties, graag !

Toestellen, dat is waar het in dit blad om draait, en de teksten zijn dan ook heel erg toegesneden op "jij" (ik dus) en je relatie met het toestel. Dat is een keuze, hoewel ikzelf wat meer mensen een plaats in het blad zou geven. Mensen halen uiteindelijk nog altijd veel inspiratie uit "wat doen anderen? Hoe worden zij succesvoller, gelukkiger, betere ouders, spelers, vrienden ... dankzij technologie (die toevallig bij MediaMarkt ook te koop is)?". De stukken over het ontbijt en balans (p 28 en 33) zouden daar bijvoorbeeld van kunnen profiteren. Dat maakt het ook zo vreemd om in het midden van het blad (p 82) een op zich staand stuk over een topchef aan te treffen, dat helemaal de menselijke kant opgaat..

De fotografie leunt sterk op stockfoto's en materiaal dat ter beschikking gesteld wordt door de merken (en vermoedelijk wordt ook voor flink wat teksten geknipt & geplakt), zonder dat het echt goedkoop aandoet. Ok, het is misschien (net) niet de kwaliteit van een fotoshoot in Stuff, maar het verschil is voor gewone consumenten (te) klein, en het is nog steeds een gratis blad, niet ?

Conclusie

Als je ambitie hebt om de markt voor media die zich richten op liefhebbers van gadgets en nieuwe technologie uit te breiden, dan is Mediazine een mooi tijdschrift.

Als je daarentegen een relatie met je klanten wil opbouwen, technologie een plaats in hun leven wil geven en zo effectief een rol in het 'oriëntatiemoment' wil spelen, dan is er nog wel wat werk. Misschien iets minder hype en iets meer een menselijke invalshoek ? Voor de kosten moet je het niet laten, je kan al wel wat pagina's laten vallen vooraleer het blad aan waarde verliest.

Verrassende effecten van lettertype keuze

Lezen is moeilijk, en de moeilijkheidsgraad van het lezen heeft niet alleen invloed op wat en hoeveel mensen lezen, maar ook op hoe ze de inhoud decoderen.

Een experiment:

Twee groepen kregen een recept voor sushi voorgelegd. Voor de ene groep was het recept afgedrukt in het bekende pc lettertype Arial, de andere ontving het recept in het moeilijker leesbare lettertype Mistral. Beide groepen werd gevraagd hoe lang ze dachten dat de bereiding van de sushi zou vragen. De groep die het recept ontving in het Mistral lettertype dacht bijna tweemaal zo lang nodig te hebben om de sushi te bereiden. De onderzoekers, Song en Schwarz, herhaalden hetzelfde experiment met instructies voor lichaamsoefeningen en met andere lettertypes. Ook hier dachten de de gebruikers die hun aanwijzingen kregen in het moeilijkere lettertype bijna tweemaal zoveel tijd nodig te hebben om de oefeningen af te werken.


Straf? Bedenk dan dat groepen die brainstormen in een ruimte waar een logo van computerfabrikant Apple ophangt, met veel meer ideeën komen dan vergelijkbaar samengestelde groepen die aan de slag gaan in een ruimte waar het logo van Microsoft ophangt.

Conclusie: alles (lengte, lettertype, kleuren, sleutelwoorden, moeilijkheidsgraad ... ) bevat hints die bepalen of, hoe en wat lezers uit je tekst decoderen.

Om het met Steve Krug te zeggen : Don't make me think. En daar is toch nog wel wat werk aan : vrijdag zag ik in onze kranten/websites colums die amper herkenbaar waren als column, doorverwijzingen die naar pagina's leiden waar je zelfs met zoeken amper de vervolgdraad kon oppikken ...

De Conversation Manager

Nu we het toch over Vancouver hebben : Nog nooit keken zoveel mensen naar de TV verslaggeving van de Winterspelen. En daar heeft het internet alles mee te maken : Facebook en Twitter creëren een soort virtuele 'koffiemachine' waar alles en nog wat aan bod komt. Want mensen willen ergens toe behoren, willen zelf zien, waar al die anderen het over hebben. (Via The New York Times, TV Ratings rise, maybe with the help of the internet)

People want to have something to share ... People want to be attached to each other...Even though knowing ahead spoils the program, you just can’t help but see for yourself what all these people are talking about
En dus gaan mediabedrijven ook op zoek naar manieren om kijkers, luisteraars en lezers dichter bij content en merk te betrekken. "Sociale integratie, wat niets nieuws onder de zon is.

In the future, I can’t imagine a major event where the audience doesn’t become part of the story itself

Wat me naadloos brengt bij de boekvoorstelling van The Conversation Manager waar ik (en nog eens 400 anderen) gisteren te gast was. Ik ken Insites en Steven Van Belleghem ongeveer zo lang als het bedrijf actief is en je kunt niet anders dan onder de indruk zijn van de weg die bedrijf en medewerkers afgelegd hebben.

Gelukkig - voor ons- gelooft Steven nog in de rol van klassiek adverteren (en van klassieke media?) als bron van activatie van conversaties. Iets waar hij niet alleen mee staat : het Amerikaanse AdAge schreef in mei '07 nog iets dergelijks ("Want lots of word-of-mouth buzz behind a product launch? Your best bet may be a big ad campaign") , op basis van onderzoek door Nielsen.

Misschien wel de belangrijkste bijdrage van The Conversation Manager is dat het boek vertrekt vanuit merk en merkidentiteit. Daarmee bouwt Steven een brug tussen het klassieke marketingdenken (en klassieke marketing afdelingen) en social marketing. En dat is nodig. Dat daar ook de business van Insites ligt, dat mag, daar is niets mis mee (zoals het meten van die identiteit, het meten van sociale KPI's, het creëren van creatieve brand communities)

Bovendien voorkomt het model op die manier ook dat merken hun middelen verbranden aan loze virale campagnes, die wel buzz creëren, maar weinig of niets bijdragen aan het merk. En uit enkele speelse experimenten met het publiek (The Goodyear Case) kun je enkel concluderen dat er nog wel wat te leren valt (alhoewel ik toch op mijn stoel ben blijven zitten :-)

Steven staat in de volgende weken en maanden nog op heel wat podia. De moeite om een keer zelf te ontdekken hoe hij toepast wat hij preekt, want dat is uiteindelijk ook waar het om gaat :-)

The Conversation Manager werd uitgegeven bij Lannoo, waar je het boek ook kan bestellen.

VERWANT: de rol van 'conversation manager' bij traditionele mediabedrijven : van 'ombudsman' naar 'sociale media redacteur' :

UPDATE: Samen tv kijken, met online als communicatiekanaal, zit in de lift. Ook hier zit Facebook in de Top 3.

Layout en het leidende verhaal

Even terug zette kranten designer Mario Garcia zijn boek Pure Design online. Vandaag kan je op zijn blog terecht voor een reeks voorbeelden van beter en minder goed geslaagde voorbeelden van het vormgeven van het belangrijkste verhaal van de dag.

In het onderschrift "Where did your eyes go first" zit zoveel waarheid.

En nu we het toch over layout hebben : hoe integreer je best kaarten in kranten opmaak?

En omdat 'Maps' dicht aanleunen bij infographics, nog enkele voorbeelden in de marge van de afgelopen winterspelen in Vancouver , bij o.a. de LA TIMES, terwijl aan de Oostkust de New York Times de fotofinish weet tastbaar te maken met geluidseffecten.

Video journalistiek: hoe tv nieuws te brengen

Video vormt, net als infografieken, een nieuwe manier van storytelling voor wie vroeger alleen in teksten dacht.

Dit filmpje van Charlie Brooker is niet alleen een bijzonder grappige parodie op hoe items in een tv journaal gemaakt worden, maar beschrijft tegelijkertijd ook het format tot in de kleinste details.



Formats zijn overigens prima. De structuur helpt makers en media consumenten vat te krijgen op het verhaal, zodat alle aandacht kan gaan naar het decoderen van de inhoud en niet naar het decoderen van de vorm.

Maar wees toch zuinig met het soort achtergrondbeelden dat het filmpje domineert tussen seconde 30 en 51, en waar tv makers toch zo van houden. Onderzoek met de knoppenmeter en tijdens kwalitatief onderzoek na het kijken leert dat mensen bij dit soort beelden initieel altijd geïnteresseerd zijn (logisch, want er is een scène wisseling), maar na enkele seconden volledig afhaken. De reden is dat we onbewust informatie altijd ogenblikkelijk analyseren op 'wie zijn dit, waar gaat dit over, waarom is dit belangrijk voor mij?' en er - en dat kan ook niet - geen bevredigend antwoord op die vragen komt.

Als je de smaak van video journalistiek te pakken hebt, interesseren de 5 mythes van videojournalistiek door Adam Westbrook je mogelijk ook.

Infografieken: deel van de toekomst van journalistiek

Levendige discussie bij De Werktitel over de stelling dat infografieken de toekomst van journalistiek vormen. (De discussie vind overigens zijn wortels in de presentatie over nieuwe en oude media die Bart Dewaele van Netlash voor ons gaf)

Laten we het even over echte infografieken hebben, niet de saaie staafjes die je uit Excel of Powerpoint kent, maar kunststukjes die je zonder blozen zou kunnen insturen naar Malofiej, waar dit jaar de Society of News Design het beste werk in infographics bekroont.

Dit soort Infografieken zijn, net zoals tekst+foto of een video dat zijn, een vorm van storytelling.

Twee invalshoeken die niet aan bod komen in de discussie bij De Werktitel zijn (1) het effect op lezers en (2) wat het kost om infografieken aan te maken.

In onze (papieren) kranten vind je bijvoorbeeld elke dag een infografisch uitgewerkte pagina. Dat is een pagina die hoog scoort, zowel in leesscore als in waardering. En dat is ook niet zo vreemd: je krijgt veel informatie die makkelijk te verwerken is (Relevantie). Van uit dat standpunt bekeken kun je alleen pleiten voor meer, en voor online versies die interactief zijn (zoals deze interactieve simulatie van de aardbeving in Haiti bij USA Today)

Jammer genoeg zijn infografieken ook heel erg tijdsintensief om aan te maken, en dus duur. Je kunt dromen van gespecialiseerde tools en van het beschikbaar komen van meer databanken met kant en klare voor nieuwsgebruik geschikte vectortekeningen, maar zover is het nog niet.

Infografieken zijn dus niet de toekomst van de journalistiek, maar wel een waardevolle vorm van storytelling, binnen het hele arsenaal van mediabouwers.

Ze hebben dan hun plaats, als een geschreven doorlopende tekst niet het beste middel is om informatie over te brengen. Ons korte termijn geheugen kan immers maar een handvol elementen onder één noemer vangen : van het ogenblik je 5 a 7 dingen te vertellen hebt, die niet onder één noemer passen of die anders in één paragraaf geduwd moeten worden, is een infografiek een goed alternatief:

  • sequenties van gebeurtenissen (en toen ...en toen ... en toen ..)
  • veel, maar weinig gestructureerde of geordende weetjes die horen bij één onderwerp
  • als een beeld meer zegt dan 1000 woorden
UPDATE 2/2:
Infographics bij De Nieuwe Reporter
Infographics.eu

Media quotes

Midden vorig jaar had ik na een presentatie voor mensen uit de grafische industrie in Turnhout, een korte discussie over een citaat van Scott Berkun , namelijk dat de impact van nieuwe technologieën altijd op de korte termijn overschat wordt, terwijl het lange termijn effect onderschat wordt. De andere gastspreker schreef het citaat toe aan Bill Gates, en dat was niet zo gek, omdat Berkun lange tijd als projectleider bij Microsoft gewerkt heeft.

Ik had het zelf overigens vooraf ook moeten opzoeken, daarom dat ik het heel verdienstelijk vind van Mark Coddington om de belangrijkste 'maxims of new media' niet alleen aan de juiste spreker toe toe te schrijven, maar elke quote ook nog eens in zijn context te plaatsen.

Op zoek naar de roots van 'Information wants to be free', 'If the news is that important, it will find me' en 'do what you do best, and link to the rest' ? Dan moet je hier zijn.

De media & Luik

Soms komt het nieuws ook dichterbij dan je wil. Met Guy, de vader van het Limburgse meisje dat omkwam bij die vreselijke ramp in Luik, heb ik jarenlang samengewerkt en daarna kwamen we elkaar nog wel eens tegen. En moeder Viviane werkt nog steeds bij ons in het bedrijf. Verschrikkelijk om op die manier een dochter te moeten verliezen, verschrikkelijk ook om zo de media aandacht op je gericht te krijgen.

Heel wat gewone mensen daarbuiten zijn geschokt en verbijsterd door zo'n ramp, en hoewel dat leed verwaarloosbaar is in vergelijking met de pijn van de familie, moet dat ook gekanaliseerd worden. Media helpen mensen vat te krijgen op de feiten en vooral die gevoelens die zo moeilijk onder woorden te brengen zijn - de reden ook voor al die stille en witte marsen - te delen Dat iedereen die de media volgt diezelfde gevoelens beleeft, creëert een gevoel van verbondheid, de essentie van wat we 'sensatie' noemen.

Maar tussen taak en uitvoering ligt toch wel weer ruimte voor discussie van hoe we dit als media invullen en vooral, hoe we de uitspraken van de verslagen ouders naar onze eigen posities weten om te buigen. Om het even bij de dagbladen van vrijdag te houden:

  • De Morgen licht uit een gesprek met de moeder "het zoeken naar de waarheid" (ego expansie, bekwaamheid)
  • Het Laatste Nieuws beklemtoont 'conflict' : de vader stelt de veiligheid van de koten en de acties van de hulpdiensten in vraag
  • Het Belang van Limburg kiest dan weer voor 'harmonie' : vader is 'sereen', dankt de hulpdiensten, denkt niet dat er nog meer had kunnen gebeuren.

Als je deze dagbladen in een motivationeel model plaatst (zoals de modellen van Censydiam of Steven Reiss), dan zal je deze kranten ook op die posities (zoeken naar bekwaamheid, conflict, harmonie) terugvinden. Vreemd hoe journalisten zich onbewust lijken te plooien naar de mal van hun medium, en meteen ook een verklaring waarom het zo moeilijk is om een medium te herpositioneren.

BTW: Goed vind ik de link naar een online rouwregister in sommige artikels. Ok, het had allemaal iets omstandiger gekund, en ook de landingspagina had sterker gekund, maar we schuiven toch op van pure informatie aanbieder naar leider van een community waarin dingen gedeeld kunnen worden.

Wat ik dan ook een beetje mis is dat we niet (enkele van) die commentaren ook terug laten stromen naar de krantensite. Als enkele honderden van onze lezers (uit ONZE gemeenschap) hele mooie boodschappen schrijven, dan is dat minstens even belangrijk als enkele duizenden mensen die rouwen in (het ver gelegen) Hannuit. Mensen zijn geïnteresseerd in mensen, vooral uit ONZE gemeenschap. Dat is nabijheid. En het selecteren van enkele boodschappen (gatekeeper, anyone?) bevestigt minder actieve lezers in datgene waar onze gemeenschap voor staat en zet actieve lezers aan ook hun bijdrage te posten door zijn 'social proof' karakter. Ja, dat is community denken, en dat veronderstelt toch een omslag in ons denken.

Wat, dat is geen 'echte' journalistiek? Wel de mensen bij Mediashift denken daar in ieder geval anders over : how to use meta stories to engage the community and the newsroom.

Nabijheid en Media

Om nog even verder te borduren op het thema "nabijheid" van donderdag, deze - bijna twintig jaar - oude slide van de Amerikaanse uitgever Gannett.



Gannet realiseerde zich toen al dat relevantie in belangrijke mate bepaald wordt door persoonlijke interesses.

De 'Daily Me' waarvan we allemaal dromen, heeft misschien minder te maken met onderwerpen, en meer met met het 'me', en de vele schillen daarrond.

Bij 'personalisatie' denken we vaak meteen aan rubrieken, omdat we als 'producent' van nieuws, ook in rubrieken ('buitenland', 'economie', 'sport', ...) georganiseerd zijn. Eén van de verraderlijkste dingen die je in onderzoek kan doen is mensen in hun mediagedrag bevragen naar rubrieken. Want doorgaans hebben die resultaten weinig verband met het leesgedrag van individuele stukken.

Die 'Daily Me', als bode van mij en mijn omgeving is zich aan het realiseren. Die binnenste schillen, dat zijn vandaag je berichtenfeeds in Facebook. (LEES OOK: tussenstap naar de Daily Me). En naarmate mensen meer 'algemeen nieuws' delen via Facebook en social networking sites, raken ook steeds meer verderliggende schillen in je 'wall' geïntegreerd.

Als 'traditionele media' is het juist onze uitdaging om dat proces om te keren. Toen The Huffington Post het aanmeldingssysteem van Facebook implementeerde (Facebook Connect), ging alle aandacht naar hoe content van The Huffington Post op Facebook hergebruikt kon worden. Veel minder aandacht ging er naar de stroom in de omgekeerde richting : een gebruiker die inlogt op The Huffington Post met zijn Facebook login, kan van op de Post berichten van zijn vrienden volgen. Weliswaar zit die feed wat in een hoekje gedrumd, maar het kan.
Wat je doet dromen van een meer naadloze integratie in de content van mediabedrijven, iets waar de gepersonaliseerde babykrant waar ik het donderdag over had, eigenlijk een mooi prototype van zou kunnen zijn.

Een 'Daily Me' zal dus

  • 'social' zijn
  • een vorm van aggregatie zijn, maar rekening houden met mijn vroeger lees- en zoekgedrag (living stories, collaborative filtering, timeless news, behavioural targetting)
  • nieuws bevatten dat én onverwacht, én impact voor mij heeft én nabij is.
De eerste twee punten zijn werk voor computeralgortimes, het laatste is mensenwerk, is redactiewerk. De lat is alleen net weer iets hoger komen te liggen.

De 'sociale dimensie' zal overigens een steeds belangrijker rol gaan spelen, ook voor search en aggregatoren. Dus is het niet zo verbazingwekkend dat Google ook hier in pole position speelt.

Mediatraining

Het bedrijf waarvoor ik werk laat een aantal mensen opleiden tot woordvoerder en in dat verband mocht ik dinsdag een (leerzame) mediatraining volgen bij Terry Verbiest, wat in de marge leidde tot een aantal interessante discussies over media, nieuws en Lierse. Uiteindelijk raakten we het eens dat nieuwswaarde vooral bepaald wordt door onverwachtheid, impact en nabijheid.

Regionale media krijgen die laatste factor zo mee. Maar waar een regionale krant tot een jaar of 10 terug het rijk zowat voor zich alleen had, is dat nu wel even anders. Andere nationale kranten (in Vlaanderen Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad en De Standaard) zijn veel meer aandacht aan hun regionale edities beginnen te besteden. Er is regionale televisie bijgekomen. Ook de openbare omroep heeft met Radio 2 flink in de regio's geïnvesteerd. In de markt voor de gratis pers is er De Zondag bijgekomen en kondigt Roularta (dat ook een regionaal nieuwsportal tracht gelanceerd te krijgen) aan om meer regionaal nieuws te gaan brengen in huis-aan-huis blad De Streekkrant, met de ambitie om uit te groeien tot een echte krant. Steeds meer gemeenten beginnen hun eigen tv kanaal, al dan niet met User Generated Content. In de marge ontstaan links en rechts hyperlokale nieuwssites en blogs. Over belang en continuiteit kan je vragen stellen, maar ongetwijfeld zal vroeg of laat iemand opstaan om een en ander te gaan aggregeren (zoals in Nederland Bart Brouwers dat bij zwaargewicht Telegraaf gaat doen).

M.a.w. Regionaal nieuws, enkel gebaseerd op "nabijheid", wordt een "commodity" zoals markt strategen dat noemen, en heeft veel minder onderscheidende waarde dan een jaar of 10 terug. Dat betekent niet dat regionale kranten meteen gaan omvallen, daarvoor zijn hun merken te sterk en is de gewoonte bij media consumenten te sterk ingeworteld, maar alles wordt naar de toekomst toe wel veel moeilijker.

De oplossing is om als nieuwsmedia niet alleen de "nabijheid" je eigen te maken, maar ook veel meer aandacht te hebben voor "onverwachtheid" en "impact". M.a.w. veel meer de agenda te bepalen, met aandacht voor die dingen die voor de lezers in je werkgebied belangrijk zijn.

Neem dit voorbeeld van een hyperlokale, met vrijwilligers bemande blog voor een wijk rondom het Londense King's Cross (scroll even door naar het stukje over William Perrin) Deze blog telt sinds 2006 een 800 tal berichten en wist met enkele opzienbarende campagnes ("impact" en "onverwachtheid") de belangen van de buurt veilig te stellen. Dat is "customer value" in media, om even het dure woord te herhalen dat ik enkele dagen terug in een post gebruikte en (dat alvast een aantal onder) jullie te vergezocht vonden :-) .

Ofwel moet je er natuurlijk in slagen om op de dimensie "nabijheid" de afstand met je concurrenten te vergroten. Onze titels stuurden ter gelegenheid van de babyspecial, die donderdag en vrijdag in de winkel ligt, een e-mailing uit naar de inzenders van een foto met een link naar een gepersonaliseerd krant voor die dag, waarin hun kind als hoofdartikel opgevoerd werd. Een link die flink gedeeld werd op het internet. Dichter dan dat kun je moeilijk gaan ...

(Niks) nieuws onder de zon

De lancering van de telegraaf in 1845 werd algemeen gezien als een grote bedreiging voor de dag- en weekbladen van die tijd, die zelf nog in hun kinderschoenen stonden.

Die eerste kranten leunden overigens heel sterk op 'user generated content':

The most avid collectors of news were businessmen, some of whom acted as correspondents to papers ... Some merchants exchanged information with each other in special clubs, called newsrooms, in which items of interest ... were recorded in shared books to be accessed by paying subscribers only. Journalists would sometimes frequent such newsrooms to pick up stories. But they rarely sought out news themselves. Things began to change in the late 1820s as two New York papers, the Journal of Commerce and the Courier and Enquirer, began to compete for business readers ... In the 1830s competition intensified with the establishment of the “penny press” papers, which were cheaper than the business ones and catered to a much wider audience.



Via 'Newspapers and Technogy: network effects', in The Economist

Zakenmodellen voor media: de ontbrekende schakel

Mensen stemmen met hun voeten, daar gaat het in deze post over. Of toch in het tweede gedeelte, want ik heb een korte inleiding nodig om te komen waar ik wil. Stay tuned.

Het blognetwerk rond Harvard Business Review had vorige week een interessante bijdrage over zakenmodellen.

Mark W. Johnson onderscheidt deze 3 elementen in een zakenmodel :

  • verdienmodel
  • kostenstructuur en waardeketen
  • waardepropositie voor de klant
De discussie over de toekomst van media spitste zich de afgelopen maanden vooral toe op het eerste element, het vinden van een nieuw verdienmodel - als dat al bestaat - dat de bestaande organisaties in leven kan houden. Hier en daar wordt het tweede element al eens in vraag gesteld, maar de bereidheid om daarover te spreken is al veel kleiner.

Waar zelden of nooit over gesproken wordt is het derde element: de waardepropositie voor de klant, of waarom zou iemand in hemelsnaam zijn tijd of geld aan ons besteden? Daar zijn modellen voor (uses and gratifications om er maar eentje te noemen) , en het wordt wel de hoogste tijd om die ter harte te gaan nemen.

Als bioscoopgangers na het bekijken van Avatar depressief worden (tot op het suicidale af), omdat ze terugverlangen naar de onderdompeling in de schoonheid van de wereld van Pandora, dan is dat een mooi voorbeeld van entertainment / mood management.

Maar hoe zit het met al die andere media uitingen ? Wat doen we om de tijd of het geld van de mediaconsument, waarvan we als mediamakers vaak vinden er 'recht op te hebben', te verdienen?

De discussies over of we nu de mensen 'moeten geven wat ze willen', dreigen theoretisch te worden, want mediaconsumenten 'stemmen met hun voeten'. Deze studie in 6 landen (en 'the age of affirmation' gaat er wat dieper op in) toont aan dat mensen naar het nieuws kijken dat hun ideeën bevestigt, veel meer dan dat ze informatie opzoeken die hen hun ideeën doet bijstellen. Helemaal zoals uses & gratifications het voorspelt. (persoonlijke identiteit). Die vaststelling brengt ons bij een heel interessante discussie in GOOD Magazine over wat nu de aard van kwaliteitsberichtgeving is ("Kunnen we kwaliteitsnieuws aan de markt overlaten?"). Hoewel ook hier de discussie zich terugplooit op een discussie over de aanbodzijde, en de vraagzijde als passief en onbekwaam gekenmerkt wordt. Maar dat is nu juist de essentie van de disruptie die zich momenteel in de media voordoet : de mediaconsument heeft nog zoveel vrijheid en mogelijkheden gehad als vandaag en heeft zich nog nooit zo actief opgesteld. Ga dus een (heel) eind mee met je lezers, luisteraars, surfers en kijkers. En je mag best wat meer vertrouwen in je publiek hebben : iedereen is uiteindelijk ook zoek naar een betere wereld, we verschillen alleen in de manier waarop we die willen bereiken. Maar als dat uitgangspunt, die betere wereld, herkenbaar is, dan staan mensen voor veel open. Sta je niet open voor je doelgroep ? Ga dan verder op eigen risico, want mensen stemmen met hun voeten.

Mensen stemmen met hun voeten, ook in dit onderzoek over jongeren en nieuwsmediabetrokkenheid. Het rapport, dat hier af te laden is, beschrijft de graasgeneratie. Het is mooi dat jongeren de krant diepgang toeschrijven, nood zeggen te hebben aan duiding en achtergrond, maar als ze niet (bereid zijn tot) kopen of lezen, dan zijn dat prachtige, maar betekenisloze attitudes. Mensen stemmen met hun voeten, en als ze noch hun tijd, noch hun geld voor je over hebben, dan hoor je niet af te doen als een 'jammer maar onvermijdelijk' feit, maar hoor je juist iets aan je klanten waardepropositie te doen. Maak de dingen onderhoudender, een weerspiegeling van identiteit en sociale referentiegroepen van je doelgroep. Want anders heeft nadenken over een nieuw verdien- en kostenmodel eigenlijk weinig of geen zin.

Media Bouwer: Felix Dennis

I love Felix Dennis, the guy who started Maxim magazine in this country, who always used to tell his staff, “If you ever win a national magazine award, you’re fired.” Because that’s when you know you’re not designing a magazine for your audience, but for your colleagues in New York.


via Sparksheet

Een lang verhaal kort maken: informatiedichtheid (opnieuw)

Michael Kinsley stelt deze maand in The Atlantic Monthly met Cut This Story! dat krantenartikelen te lang te zijn. Een onderwerp dat de afgelopen dagen nogal wat weerklank heeft gevonden, o.a. bij The Guardian en bij De Nieuwe Reporter.

Ook op deze pagina's kwam dat thema al eerder aan bod: Teksten in het kort, lang of breed, en Informatiedichtheid in kranten.

Voor de kleine geschiedenis : toen we 10 jaar geleden met Metro begonnen, geloofden nogal wat mensen dat Metro weinig of geen lezers zou trekken, want "er stond niets te lezen in". De geschiedenis heeft geleerd dat mensen houden van korte stukken (of correcter gesteld : makkelijker beginnen aan korte stukken). Ik ben dan ook een hele tijd een vurige pleitbezorger geweest van "meer kort in de krant".

Dat is ondertussen een beetje genuanceerd in de zin dat ik geloof dat er voor elk onderwerp een "optimale informatiedichtheid" is (en dat lees je ook in de desbetreffende blogpost).

Zoals Sperber en Wilson het omschrijven : de context is belangrijk, maar ook de energie die media consumenten willen investeren in het decoderen van informatie wordt afgemeten aan de verwachte winst. De kunst van het maken van boeiende media is dus het juist doseren van informatie. Bevat je tekst te weinig relevante informatie, dan wordt de inspanning om hem te decoderen te hoog t.o.v. de mogelijke opbrengst. Bevat je tekst te veel informatie, haken mensen ook af, omdat de inspanning zelf te hoog en een drempel vormt.

Jammer genoeg hebben we niet echt een test om de optimale informatiedichtheid voor een bepaalde doelgroep te bepalen. We hebben zo'n test bijvoorbeeld wel voor het bepalen van de moeilijkheidsgraad van een tekst. De Flesh-Douma formules trachten de moeilijkheidsgraad van een tekst af te leiden uit de gemiddelde woord- en zinslengte van teksten, en geven een kader ifv verschillende opleidingsniveaus. Wat dan opvalt is dat sommige stukken in populaire dagbladen (vooral over politiek) vaak 'moeilijker' geschreven zijn, dan stukken in de kwaliteitspers. En dat zie je niet alleen in Vlaanderen. 'De Pers' in Nederland heeft in functie van dit criterium ook vaak heel fraai geschreven stukken.

Wat zouden zoal criteria kunnen zijn, om een optimale informatie dichtheid te bepalen:

  • één idee, één leidend personage of instelling per paragraaf?
  • maximum één set van wie-wat-waarom-wanneer-hoe per paragraaf?
  • de essentie (wie, wat, waarom, wanneer en hoe) teruggebracht tot haar elementaire vorm, neemt de helft tot twee derde van de ruimte van de paragraaf in ?
  • uitweiden gebeurt enkel in functie van de dialoog met lezers?
...

Ideeën of suggesties ?

UPDATE 25/01: 'Common Sense Journalism' blogger Doug Fisher telde in dit stuk bij de New York Times een zin met niet minder dan 97 woorden :-)

Media Bouwer: Frits Barend

‘We hebben helemaal geen marketingonderzoek gedaan om te kijken of er behoefte was aan een blad als Helden. Welnee. We wilden een sporttijdschrift maken dat zowel de man als de vrouw interesseert, dik of dun, oud of jong.’ De titel is bedacht door een vriendin van Barends dochter en mede-oprichter van het blad, Barbara. ‘Een groepje van vrienden van Barbara wasop een avond bij elkaar en toen kwam één van hen op de term “helden”. We hebben behoefte aan helden!’ Barend belde uitgever en financier Erwin Asselman: ‘Helden! Dat wordt de titel. Niets meer aan doen.’ Tot zijn verbazing zag Barend nadat ze het eerste nummer hadden gelanceerd, overal het begrip ‘helden’ opduiken.
Via MolBlog

BEDENKING: Intuïtie en analyse hoeven elkaar overigens niet uit te sluiten. Wie ooit les van mij gehad heeft, weet dat ik het enorm belangrijk vind dat een medium aansluit bij de persoonlijke waarden van de doelgroep en ook iets vertelt over de cultuur van de doelgroep, want hoe kan iemand zich anders lid voelen. Om die cultuur uitingen te inventariseren gebruik ik een schema met "waarden, symbolen, rituelen" en ... jawel "helden"