De kranten (B) en het rendez-vous profiel van Marie-Rose Morel

De 4 E's van Dag Allemaal hoofdredacteur Ilse Beyers komen in ieder geval terug in het stuk over het datingsite-profiel van politica Marie-Rose Morel. Het magazine bracht het als Eerste, in Exclusiviteit, maar de politica komt ook Eerlijk aan het woord, met Echte emoties. Morel vertelt nuchter en in eenvoudige spreektaal over haar initiële twijfels en de noodzaak en uitdaging om een nieuwe vriendenkring op te bouwen.

Hoe de Vlaamse kranten inpikken op het artikel in Dag Allemaal vertelt veel over hun werkelijke positionering. De Standaard brengt louter de feiten (in kreten en gefluister), De Morgen doet hetzelfde, maar is duidelijk licht geamuseerd. Het Laatste Nieuws zet meteen in dat het 'niet' om sex gaat. In Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg doet de kop "ik hoef me niet te schamen" vermoeden dat de redacteur de oproep van Morel veel minder voor de hand liggend vind. Gazet spreekt in een editoriaal ook nog eens haar oordeel uit over de privacy problematiek.

Op de "feiten" in de kwaliteitskranten na, overweegt duidelijk de invalshoek "oordeel", en dat is jammer, want het is een oordeel t.o.v. een norm die duidelijk niet door de gemiddelde Vlaming gedeeld wordt. Het thema dat domineert in het artikel in Dag Allemaal, maar ook in de reacties op haar gastenboek en de commentaren op krantensites, gaat over de moeilijkheid om als pas gescheidene een nieuwe vriendenkring op te bouwen, politica of niet. ("ook zij heeft recht op, zij heeft lef"). Dat is wat leeft bij lezers, en dat is waar dagbladen op heel wat manieren kunnen en moeten op inspelen als ze een band willen onderhouden met hun lezers.

Enkele suggesties naar invalshoeken:

  • inzicht: welke kansen en problemen hebben prominenten bij het opnieuw uitbouwen van een vriendenkring, welke eigen taal hanteren datingsites (bonus voor GVA die een deskundige laat uitleggen dat "vriendschap" eigenlijk "liefde" betekent, bonus voor Knack), wat is de business van datingsites (bonus voor Knack), ...
  • overzicht: welke BV's hebben nog een profiel lopen op een social networking site, welke sites zijn er, wat zijn voor en nadelen ...
  • emotie: BV's die het allemaal al eerder meemaakten (Bonus voor GVA die BV Petra aan het woord laat)...
  • entertainment: wat gebeurteen redacteur reageert op de oproep van Morel; het waarheidsgehalte van haar profiel (dat uitgebreider en leerzamer is dan wat je uit veel interviews kunt oppikken), een deskundige gaat op basis van het profiel op zoek naar een match ..., een top 10 van best passende en minst passende BV's - potentiële partners voor Morel (ook dat posten lezers als commentaar: Morel hooked up met een Franstalige politicus of een allochtoon), ...
  • praktische tips: hoe scoor je als politicus op een datingsite

Abrams: 20 nieuwe manieren voor kranten om meer lezers aan te trekken

Lee Abrams, outside-innovator bij mediagroep Tribune in de VS, publiceert opnieuw een waslijst suggesties om dagbladen interessanter en relevanter te maken. Een aantal thema's komen in zijn woordenstroom terug: het gebruik van grafische elementen (waarom geen sterren bij een restaurantbespreking, beknoptheid (samenvattingen, top 10 lijstjes), specifiek en duidelijk zijn, de volledige 'lokale' krant, het beter labelen van inhoud, maar ook promotie van online en krant, en van items in de krant zelf.

Over dat laatste, de promotie van onderwerpen en titels in de krant, brengt Mario Garcia een aantal nuttige tips in 'maak teasers aantrekkelijk'. Ook hier een pleidooi voor beknopte maar specifieke en uitdagende teksten, maar ook voor variatie in aantal en opbouw van de promoboxen, om ook hier banner blindness te vermijden.

(lees ook deze eerdere post: 15 manieren voor kranten om meer lezers aan te trekken)

Waarderingscijfers: zin en onzin

Tevredenheid blijkt een slechte voorspeller te zijn van trouw en toekomstige (media) consumptie (*). Toch maken waardering en tevredenheid vast deel uit van mediaonderzoek. En word je als mediabouwer vaak geconfronteerd "ja ons bereik is te laag (**), maar de lezers/kijkers/luisteraars ... vinden het toch goed, zie onze hele hoge tevredenheidsscore".

Mooi, maar niet altijd betekenisvol. Uiteraard vinden je mediaconsumten het goed ... anders zouden ze je krant niet lezen, je radio programma niet beluisteren, je tv programma niet bekijken ... En uiteindelijk geven alleen de gebruikers van je medium een tevredenheidsscore. Maar met tijd als belangrijkste reden waarom mensen afhaken, hebben niet-lezers, niet-kijkers en niet luisteraars weinig ruimte voor media die hun niet boeien, die geen betrokkenheid creëren (dagbladen: alle redenen voor weglopers in als tijdgebrek, veranderingen in het gezin, gebrek aan relevantie passeren nog eens in dit 'slice-of-life' portret op common sense journalism )

Hoge tevredenheid? Misschien heb erg betrokken ('overserved') gebruikers, maar zou je bij iets bredere profilering maar een klein beetje aan tevredenheid inleveren. Omgekeerd moet je uiteraard ook geen 'lage tevredenheid' gaan nastreven. Dit artikel over strategieën voor media geeft een aantal suggesties van wat je in elk voorkomend geval als media bouwer kan doen.

(*) Net promotor score zou een betere indicator zijn, maar is ook niet vrij van kritiek)
(**) En vaak te laag om economisch leefbaar te zijn

Media Bouwer: Ilse Beyers (B)

Stijn Meuris interviewt vandaag in Het Belang van Limburg Ilse Beyers, hoofdredacteur van Dag Allemaal (B). Het weekblad Dag Allemaal bereikt ongeveer 2 miljoen lezers één Vlaming op drie) bij een oplage van ongeveer 400.000 exemplaren en zet een bijna ononderbroken lijn van groei neer. Het lezersprofiel (CIM) is wat ouder, wat vrouwelijker en wat lager oplgeleid dan het profiel van de lezer van concurrent Humo, uit de semiometrie blijkt dat de Dag Allemaal lezer om een meer concrete benadering vraagt (geen ironie) en wat materialistischer is.

Ilse Beyers vertelt over de formule:

“Wij hanteren wat dat betreft de regel van de vier E’s: Eerst in de markt, Exclusief, Eerlijk en Emotioneel. Pas als al die E’s aanwezig zijn, kan je van een topverhaal spreken. En die vierde E, het emotionele aspect, dat is de moeilijkste."

ik wil in de eerste plaats de lezer gelukkig maken. Dat moet dat merk uitstralen, en dus moeten we constant naar evenwichten en invalshoeken zoeken... Wij vormen een soort microkosmos. Een familieblad dat zo close is met haar lezers, daar moet meer achtersteken dan enkel het cijfermatige. Ik geloof nogal sterk in het gegeven van ‘gedeelde smart is halve smart’. Mensen lezen al eens graag dat ook andere mensen, BV’s zelfs, erge dingen overkomen. Of mooie dingen, uiteraard. En wij delen die verhalen met onze lezers.
Dag Allemaal is er ter ontspanning.”

Lees ook deze post over de rol van sensatie in media

Taglines voor media (2): inspiratie

Media worden steeds meer merken die via verschillende kanalen hun mediaconsumenten bereiken. En als een merk een belofte is (zie ook branding) , dan wordt de essentie van die belofte, dus dat waar je voor staat (m.a.w. je positionering), samengevat in de payoff of tagline. Soms is het makkelijker en overtuigender om te vertellen wat je niet bent. Bij Amerikaanse media vinden we hier vaak fraaie voorbeelden van. Zo afficheerde een radiostation haar "alternatieve" positie met "more music from less dead guys", terwijl een soft rock station "rock without the hard edges" claimde.

Vandaag doet reclame vakblad AdAge de suggestie om inspiratie op te doen bij de meeste overtuigde haters van je medium of programma. Zo wordt de tiener soap "gossip girl" vandaag in de VS in de markt gezet met - ik zie het ouders al zeggen - "mind-blowingly unappropriate"

Lees ook Taglines die media positioneren, of juist niet

VERWANT 28/7: Duitse TV zenders moeten over betere taglines beschikken dan hun Oostenrijkse tegenhangers, want in Oostenrijks onderzoek blijken de slogans van Duitse TV zenders het best te scoren.

Actualiteitenprogramma's (NL) krijgen de kijkers die ze verdienen

Analyse van kijkcijfers leert dat actuatiliteitenprogramma's op de Nederlandse openbare omroep elk een eigen doelgroep aanspreken, die logisch samenhangt met de door de tv maker gekozen functie en formule van het programma.

Hoewel beleidsmakers de programma's Nova, netwerk en 'Eén vandaag' een gebrek aan pluriformiteit aanwreven ('drie maal de Volkskrant') blijkt dit niet het geval te zijn. Hoewel de actualtiliteit voor elk programma min of meer hetzelfde is, lijkt de keuze van invalshoek en bewerking voldoende te verschillen om elk een eigen publiek aan te trekken.



























Actualiteiten
programma
Belangrijkste
doelgroep
Functie
Formule
Eén vandaaggemakzuchtige burgerfeiten, algemeen
(praktisch,consumentgericht)
voxpop, man in de straat
Netwerkstandvastige gelovigeoverzichtreportage,
onderzoeksjournalistiek
Novatolerante wereldburgerinzichtstudiogesprek,
politieke context
De Nederlandse radio en tv hanteren al een tijdje een segmentatie op basis van leefstijlen. Met leeftstijlen worden niet alleen traditionele socio-demografische gegevens als leeftijd, geslacht en opleiding in de analyse betrokken, maar ook waarden, opinies, activiteiten en mediaconsumptie. Doe hier de klo leefstijl test om na te gaan waar je zelf in dit model past. Dit model vormt de basis van de beleidstrategie van de Nederlandse openbare omroep en maakt dan ook deel uit van de onderbouw van de meerjarenbegroting.

De gemakzuchtige burger is eerder traditioneel, materialistisch, luistert naar Nederlandstalige muziek, leest regionale dagbladen maar heeft minder belangstelling voor cultuur. Het is niet onlogisch dat een concrete aanpak (feiten), in zijn taal (man in de straat) hem het meest zal boeien. Wat dat betreft vormt de Nova kijker (tolerante wereldburger) een ander uiterste.

College programma-eindes (NL)

René van Dammen, kijkcijfer expert van de Nederlandse openbare omroep zou graag tv makers bijeenroepen voor een college programma-eindes. Te vaak geven programma makers onbewust signalen af die kijkers doen weglopen.

De Sportjournaal-presentator die de kijkers om half elf alvast een goede nacht wenst, de titelrol laten lopen terwijl een gesprek nog niet is afgerond, een verveeld kijkende toeschouwer pontificaal in beeld. Details die een enorme dip in de kijkcijfers teweeg kunnen brengen...Een opsomming van de inhoud van het programma volgende week? Niet doen! De kijker onthoudt dat toch niet...Van Dammen zou graag zien dat het Journaal aan het einde een round-up brengt van het belangrijkste nieuws. "Het einde van het Journaal wordt het best bekeken".
Eén verkeerde opmerking van een presentator kan een tv-programma zo duizenden kijkers kosten...„Nou, eigenlijk is er niks gebeurd”, antwoordt Ferry Mingelen. „Een storm in een glas water.” Niks gebeurd? denkt de kijker, zappen! In één klap verliest NOVA honderdduizend kijkers... Ook donkere, stille beelden, tekst in een onbekende taal en een aftiteling halverwege een show jagen mensen weg. (nrc.nl : kijker haakt af bij foute beelden of verkeerde opmerkingen)

Samengevat: geef kijkers niet onnodig het signaal dat de programmatie afgelopen of niet langer interessant is (geef de kijker eens ongelijk), en promoot datgene dat meteen komt. (via radio.nl: gedrag tv kijker in kaart gebracht). En eigenlijk geldt dit voor alle momenten waarop media geconsumeerd worden door iemand die niet ten volle geconcentreerd is (de zogenaamde perifere route) . Dat een kleine aansporing veel effect kan hebben bewijzen bv. de veel hogere respons scores van mailings die een 'call to action' bevatten als 'doe deze antwoordkaart vandaag nog op de bus'.

Raymann is Laat beleefde een ware wederopstanding na een sessie bij Van Dammen. Tante Es was aan het einde altijd het best bekeken onderdeel van het NPS-programma. Totdat Jörgen Raymann het nieuwe typetje Achmed introduceerde. Aan het einde van zijn bijdrage zwaaide de islamitische slager naar de kijker en riep hij vrolijk 'tot volgende week'. En weg waren de kijkers, met Tante Es als slachtoffer. Dat is nu aangepast en de pronte Surinaamse is weer als vanouds het populairst.
Lees ook deze post (hoe kijkers aan het scherm te kluisteren) over het belang van het begin van een tv programma en het 'krediet' aan interesse dat je altijd krijgt van kijkers voor een nieuw item, een nieuw beeld ...

Sleutelwoorden: kijkgedrag, kijkcijfers, viewtime, digivote, audimetrie

Boekbespreking: "Selling blue elephants" voor media bouwers

Het boek "Selling blue elephants" belooft "ontdek wat uw klanten echt willen - nog voordat ze dat zelf weten". De auteurs geven ook een aantal media voorbeelden. Zo wordt in hoofdstuk 7 de cover van een magazine (pagina 113 en volgende) aan de hand van hun RDE techniek ontwikkeld. En in de inleiding wordt de ontwikkeling van het customer relationship magazine DIVA van Unilever beschreven.

RDE is een geavanceerde vorm van "conjoint analysis", een onderzoekstechniek die mensen verschillende protoypes presenteert, waarna mensen hun voorkeur uitdrukken, net als in de echte wereld. Omdat er een structuur achter de opbouw van de verschillende prototypes zit, kan een computerprogramma berekenen hoe mensen verschillende eigenschappen afwegen (trade-off analyse). Conjoint analyse wordt ook vaak gebruikt om de prijsgevoeligheid (prijselasticiteit) van producten te onderzoeken.

Het probleem tot nu toe met het toepassen van conjoint analyse voor media was altijd de classificatie van eigenschappen. Dit gebeurde in het verleden altijd door de producent zelf. Een krant kan je bv. indelen in buitenlandse berichtgeving, binnenlandse berichtgeving, business, sport ... maar vaak blijkt dat lezers zich meer door het onderwerp (persoonlijke interesses) laten leiden dan door de categorie. Iemand die een spaarrekening heeft bij Fortis zal met meer belangstelling de berichtgeving rond Fortis volgen, ook al leest hij anders zelden of nooit het business katern van zijn krant. En omdat de traditionele categorieën weinig relevant zijn, was het dan ook moeilijk betekenisvolle prototypes te ontwikkelen.

RDE tracht dit op te lossen door (media) consumenten zelf het aanbod te laten deconstrueren. (Eigenlijk een mini inhoudsanalyse). Zo worden vanaf pagina 73 een reeks e-zines gedeconstrueerd. Die case is nog het meest overtuigend, want uiteindelijk valt de cover case op pagina 113 ten prooi aan het probleem dat voor media toepassingen kleeft aan conjoint analyse: triviale resultaten ("een cover moet iets beloven"), kennis die een hoofdredacteur of vormgever al zou moeten hebben.

Een tweede handicap van conjoint analyse was dat een groot aantal eigenschappen vaak leidde tot een overdreven beoordelingstaak bij de consument. Een probleem waarvoor auteurs Moskovitz en Gofman een vergelijkbare oplossing gevonden hebben als sawtooth software, marktleider in het aanbieden van oplossingen voor conjoint analyse. Een aardige toevoeging in RDE is wel dat beoordelingstijd (of beter "staartijd") mee vastegelegd wordt, wat de uitgever een extra indicatie geeft van wat de aandacht van lezers trekt.

Selling blue elephants is een goed leesbaar business boek, toegankelijk geschreven, voor zowel de manager als de meer technisch georiënteerde onderzoeker (dankzij de vele verwijzingen naar technische - online - teksten). De cases zijn gevarieerd en tonen aan dat met RDE voor veel producten veel mogelijk is. Alleen ben ik nog lang niet overtuigd van de waarde van RDE voor media.

De rol van sensatie in media

Inzichtlezers hebben een uitgesproken hekel aan sensatie in de media. Vroeg of laat neemt elke zichzelf respecterende mediablog dan ook wel de zogenaamde de sensatiebelustheid van media op de korrel (villamedia, mediadebat, spotlight ...)

Weinig aandacht gaat naar het "waarom" van sensatie. Mediawatchers komen amper verder dan dat tv stations meer kijkers proberen te bereiken en dat dagbladen hun oplage proberen te verhogen door meer kranten te verkopen.

Laten we het eens bekijken vanuit de (vele) mediaconsumenten. Inpluglezers willen deel uitmaken van een groter geheel en zijn vaker op de groep georiënteerd. "Sensationele" berichten geven je de kans de vreugde of afschuw te voelen (vandaar ook letterlijk"sensatie") die anderen ook voelen, het gevoel te beleven dat dit gedeelde vreugde of verdriet is wat opnieuw het gevoel geeft ergens toe te behoren. Daarbij zal dit nieuws ook een stuk de agenda bepalen in gesprekekken en sociale contacten, wat leidt tot een verdere sociale integratie.

"Sensatie" op zich is dus niet slecht en de houding van mediawatchers t.o.v. sensatie vertelt meer over hun persoonlijke mediamotieven dan over de maatschappij. Sensationele berichten hebben hun plaats in media (want anders zou je grote groepen mensen helemaal niet bereiken), wat niet betekent dat media geen maatschappelijke rol hebben en er niet moeten voor waken hun gebruikers niet te manipuleren. Inpluglezers zijn namelijk ook vaker heavy users van tv (inzichtlezers zijn vaker lezers van kwaliteitskranten),en er is duidelijk wel een verschil tussen hoe emoties de verwerking van print en video informatie sturen.

Links voor 17 juli

  • Editors weblog brengt een inventarisatie van de inspanningen die Engelse kranten doen om meer vrouwelijke lezers aan te trekken. De redacationele initiatieven variëren van een glossy aanpak tot bijlagen. Interessant is de case van The Daily Mail, de meest vrouwvriendelijke nationale krant van het VK. Regionale kranten komen in het overzicht niet voor, hoewel onderzoek aantoont dat vrouwen sterk geïnteresseerd zijn in regionaal nieuws.
  • De Deense tabloid "Ekstra Bladet" splitst op basis van onderzoek (segmentatie, clustering) haar doelgroep op in "verbolgen lezers" (sceptisch, identificieren zich met slachtoffers), "sociale lezers" (snelle, algemene berichtgeving), "ambivalente lezers" (willen op de hoogte zijn, maar beschouwen de krant niet noodzakelijk als meest omvattende en betrouwbare bron), plezierzoekers (de tijd vullen) en voyeurs. Via The Local Onliner
  • Duits onderzoek (AWA) leert dat er een kloof gaapt tussen mediaconsumenten van jonger en ouder dan 40. Jongere mediaconsumenten zijn meer georiënteerd op thema's, interesses en zijn bereid van medium of titel te veranderen om hun interesse te volgen. Oudere lezers zijn veel trouwer aan titels in het algemeen, en krantentitels in het bijzonder. Via Relevant Media Now.
  • Hoewel elke nieuwssite tegenwoordig wel een top 10 met meest gelezen artikelen heeft, is deze analyse van de meest gelezen artikelen, blogs en meest bekeken video reportages bij de LA Times interessant.
  • Namen van kranten zijn vaak sterk in het verleden (en de daar aan verbonden missie) geworteld. Denk maar aan "De Telegraaf (NL)", "Le Soir (B)" die ondertussen 's ochtends verspreid wordt, "The Daily Mail (VK)" ... enz. Hoe zou je een krant anno 2008 (en in de tijdsgeest van 2008) noemen ? Joanna Geary gaat op onderzoek uit. (lees zeker ook de commentaren)

De succesformule achter Donald Duck (NL)

Donald Duck is bij Nederlandse studenten het meest gelezen tijdschrift. Hoofdredacteur Tom Roep van Donald Duck vertelt in het AD (NL) hoe hij de formule (35% van de lezers is ouder dan 18) actueel houdt:

Donald Duck is zoiets als Sinterklaas. Officieel voor kinderen, maar ouderen genieten er net zo van...Jeugdsentiment is een belangrijke factor ...maar er is meer: ,,We knipogen naar actuele zaken. ...De verhalen in de Donald Duck kennen vaak een dubbele laag ... Wij streven ook naar die dubbele laag. Kinderen begrijpen het plaatje en hebben niet meer nodig, maar er zit zóveel meer in.’’ ...Zelfs politieke zaken worden niet geschuwd. Daarbij: het blad is bij de tijd. Peter R. de Vries wordt Peter R. Diepvries ...en vorig jaar kende Duckstad nog een eigen Gouden Kooi.
Jeugdsentiment verklaart hoe de lezersgroep veel groter kan zijn dan de doelgroep (7-12 jaar). En door met twee lagen te werken, creëer je eigenlijk twee doelgroepen (kinderen en volwassenen). De mediabeloningen ("entertainment") voor de - oudere - lezer zijn dan ook talrijk: er is het ontsnappen naar en het herbeleven van het gevoel dat een zorgeloze kindertijd oproept én er is de beloning van het ontdekken en het decoderen van de tweede laag, met het gevoel van slimmer te zijn en meer te weten dan de kerndoelgroep, zonder dat de twee doelgroepen elkaar in de weg zitten (wat vaak minder voor de hand liggend is dan het lijkt)

Dat maakt van Donald Duck het grootste mannenblad van Nederland (groter dan Playboy of Panorama) en een tijdschrift dat zich qua oplage redelijk weet te handhaven.

Het actualiseren en verrijken van media zijn twee belangrijke ingrediënten in het revitaliseren van media. Iets waar heel wat "ernstige" media nog wat kunnen van leren.

UPDATE 29/7: Donald Duck haalt de hoogste oplage (+ 8%) in de zomer

UPDATE 25/8: Donald Duck krijgt met Junior nu ook een jonger broertje, blijkbaar valt de evenwichtsoefening tussen jong en oud niet altijd even makkelijk te maken.

Hoe kijkers aan het scherm te kluisteren

De uitdaging voor TV makers is om kijkers vanaf het eerste beeld te pakken, een uitdaging die weinig verschilt van de opdracht voor hun schrijvende collega's om lezers met een krachtige kop naar het artikel te lokken (zie eerdere post 3 tips voor een betere artikel kop) .

In onderzoek met digivote knoppenmeters zien we dat elke nieuw programma, onderwerp of scene steevast op een (soms erg) tijdelijk stijgende belangstelling kan rekenen. Een reeks tips om kijkers te binden vind je bij how not to lose viewers.

VERWANT NIEUWS: Amerikanen kijken niet minder, maar meer tv. De kijkduur per maand neemt nog steeds toe, zowel voor het traditionele tv scherm, als voor het internet. Maar als je uitgesteld kijken (digitale videorecorder, video on demand) en internet kijken uit de vergelijking haalt, komt de gemiddelde leeftijd van de kijker naar het traditionele tv scherm rond de vijftig te liggen.

De beste marketing acties om losse nummers van tijdschriften te verkopen

De best werkende marketingacties om de verkoop van losse nummers van tijdschriften aan te zwengelen, bij Rob van Vuure. Waar Rob van Vuure naar het verleden kijkt, verlegt Grazia (NL) de grenzen. Het blad geeft nieuwe abonnees als werfpremie een gratis brazilian-wax-beurt . (via Communicatienieuws). Nog meer ideeën om de losse verkoop van tijdschriften aan te zwengelen vind je in deze eerdere post met marketing links voor 17 juni, met tassen, fitflops en zonnebrillen als voorbeelden van media marketing premiums voor een magazine of kranten campagne.

Hoe de layout van een magazine pagina tot stand komt



Het meest gehoorde commentaar bij magCulture is dat de designer vooraf wel eens een schets kon maken .

Redesign Sunday Times (UK)

Ook de Sunday Times verschijnt nu in full colour en onderging een hele trits wijzigingen. De krant kregen een nieuwe, erg zware uitgevoerde masthead (logo) en nieuwe lettertypes (Sunday Times Modern, Greta, Flama) Bekijk de pagina's na restyling bij innovations in newspapers en lees de kritische kanttekeningen bij The Guardian. De nieuwe layout valt samen met een marketing campagne, (3 mio GBP) met als payoff slogan "For all you are", een (h)erkenning van de lezer als meer-dimensionale mens, met een hele trits interesses en passies. Misschien moet juist een rubriek als "Little Britain" waarin lezers de pijn en pret van het dagelijkse leven in het VK kwijt kunnen, wel voor die herkenbaarheid zorgen :-)

Met "For all yoy are" neemt de krant afscheid van de vroegere tagline of strapline "The Sunday Times is the sunday paper". De nieuwe positionering sluit beter aan bij de expressieve functie van media ("sociale integratie"), maar blijft een holle slogan zolang het medium niet met "bewijs" komt. Meer aandacht voor branding betekent ook dat het aantal pure sales promoties teruggeschroefd wordt. Vraag is in welke mate The Sunday Times dit vol kan houden in de erg concurrentiële Engelse krantenmarkt. Branding en sales promotions grijpen immers op verschillende momenten van de "levenscyclus" van de krantenlezer in.

UPDATE 8/7: Mario Garcia buigt zich over de nieuwe layout en geeft meer informatie over de gebruikte lettertypes in de krant. Op dezelfde plaats vind je ook een gesprek met Al Trivino, de verantwoordelijke designer.

3 tips voor betere koppen

Een goede kop schrijven blijft een uitdaging. Een goede titel bij een artikel moet lezers nieuwsgierig maken, maar moet tegelijkertijd ook voldoende informatie bevatten zodat lezers toe te laten het artikel in één oogopslag af te toetsen aan hun interesses. En dat alles in liefst zo weinig mogelijk woorden.


Interessante info vind je ook in deze eerdere post: lezen, online en op papier

Succes en identiteit bij Nederlandse opiniebladen

Het NRC Handelsblad (NL) interviewt 5 hoofdredacteuren over de toekomst van opiniebladen in Nederland. Interessante lectuur voor mediabouwers zijn de thema's identiteit en redenen voor het succes van Elsevier. Herkenbaarheid en leesbaarheid van teksten lijken sleutelwoorden te zijn.

Quotes (selectie en volgorde zijn voor mijn verantwoordelijkheid) :

Vanaf het begin van de jaren negentig heeft Elsevier al de lezer op zijn netvlies. Wij proberen heel erg te denken van de lezer. Elsevier moet je op twee manieren kunnen lezen: je moet er echt voor kunnen gaan zitten en je moet er snel doorheen kunnen bladeren. Het helpt dat het blad heel geformatteerd is … Sinds de Tweede Wereldoorlog schrijven wij al voor de hardwerkende burger. De tijden zijn wel voorbij dat we in één adem werden genoemd met de VVD en de AVRO. Maar toch, met zo’n imago moet je niet proberen van Elsevier een GroenLinks-titel te maken. Je moet je identiteit niet verloochenen. Vrij Nederland moet ook gewoon een links blad blijven, HP/De Tijd altijd anarchistisch en libertijns. Het is gevaarlijk om daarvan af te wijken. Je jaagt lezers weg die niet meer terugkomen.'' (René van Rijckevorsel - Elsevier)


De identiteit van een opinieweekblad moet duidelijk zijn, met het DNA moet niet worden gerommeld. Die identiteit wordt niet uitsluitend bepaald door politieke positionering. Stijl, toon en esthetiek zijn even belangrijk. Elsevier is het best herkenbaar door consequent dienstbare onderwerpen op de cover te zetten, door jarenlang weinig te hebben veranderd aan het uiterlijk, en door een paar provocerende rechtse columnisten kleur te laten geven aan dit voorspelbare en als betrouwbaar ervaren geheel. (Emile Fallaux - Vrij Nederland)


Elsevier doet een succesvolle poging om het lezen van kranten overbodig te maken en komt in die zin uitstekend tegemoet aan de drukbezette Nederlander die weinig tijd heeft ... Daarbij wordt uitgekiend afgestemd op de gemiddelde Nederlander, en daar zijn er zoals bekend een heleboel van. Waarbij ongetwijfeld voor lief wordt genomen dat menige Elsevier-redacteur jaloers naar andere weekbladen kijkt waar de auteurs veel meer hun stempel op hun journalistieke werk kunnen drukken. … Elsevier is een formule, HP is een optelsom van eigengereide auteurs,…. Maar het is ook lastig (voor HP) om op een dergelijke manier te werken. Het vergroot de herkenbaarheid op de lezersmarkt niet ... En wie weet, missen we zo ook een schare lezers die de werkelijkheid graag beschreven zien langs de lijnen van hun aloude levensovertuiging. (Henk Steenhuis - HP/De Tijd)

Restyling Daily Mail online

Martin Belam, een Engelse internet consultant (BBC, The Guardian), bespreekt in een vijfdelige reeks het redesign van de site van de Daily Mail. De redesign is een interessant voorbeeld van hoe je toch binnen rubrieken, die gegeven lijken te zijn omdat iedereen ze brengt, kunt differentiëren. (deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5)

Innovatief is het aanbieden van gespecialiseerde RSS feeds: elke belangrijke voetbalploeg of celeb krijgt zijn eigen feed. Reacties worden grafisch ingeleid en ingebed, gebruikers kunnen uit verschillende sorteringsopties kiezen, wat het volgen van een 'thread' aanzienlijk vereenvoudigt. Dewijzigingen op de sportpagina's zijn het meest fundamenteel: navigatie kan op basis van het logo van de voetbalclub, grafische promoboxen met 'easy snackable content' gidsen de gebruiker naar de inhoud, en de site ambieert een portalfunctie voor elke club, met niet enkel verwijzingen naar eigen content, maar ook links naar content op andere sites. De verwijzingen worden gesorteerd op tijd (laatste uur, vandaag, ...) zodat de pagina het actuele gevoel oproept dat je verwacht bij een nieuwssite.

Minder goede punten zijn er voor navigatie, waar sub- en hoofdmenu's de gebruiker mogelijk op een verkeerd been zetten en de omvang van de pagina's