Nederlandse kranten en Fitna

De Nederlandse nieuwsmonitor publiceert vandaag een diepgaand onderzoek naar de verslaggeving over Fitna in de media. De inhoudsanalyse resulteert in 4 mini media hypes, waar nieuws opgevolgd wordt door achtergrond en opinie. Van een inhoudelijk debat is geen sprake, alle debat richt zich op initiatiefnemer Wilders en de gevolgen van zijn film. De Volkskrant, Algemeen Dagblad en Reformatorisch Dagblad gebruiken het meest (negatieve) labels. Dit zijn ook de kranten die het meest evaluaties brengen.

Via het NRC Handelsblad.

Brand Review: The Economist

The Economist wil graag zich graag in een nieuwe marketing campagne positioneren als magazine voor "nieuwsgierige" mensen, die op zoek zijn naar verdieping tegenover algemene vervlakking. Prima, alleen geeft Jacqui Kean, global brand manager, tegelijkertijd mee dat mensen mogelijk The Economist verkeerdelijk als academisch, droog en vervelend waarnemen. Opnieuw een voorbeeld van een imago campagne van medium dat probeert te vertellen wat het niet is, terwijl herpositioneren enkel lijkt te lukken (cfr Jan Hofmeyr) als een nieuwe eigenschap of associatie geïntroduceerd wordt. Positief voor The Economist is wel dat inhoud de claim lijkt te ondersteunen en te bewijzen.

UPDATE 30/4: Ads of the world toont vandaag één van de creatieve uitingen van de nieuwe reclame campagne voor The Economist, een tapijt met hotels zoals je deze in het bekende Monopoly spel vindt.

Magazines: The Week

Hoe komt het dat nieuwkomer The Week een gevestigde waarde als Newsweek op de hielen zit?

"The Week is written by a method," said General Manager Steven Kotok. "In 2001, we sat down and asked ourselves, 'What does a busy person want to read?'


"My feeling is that The Week starts with what a busy, sophisticated person needs to be well-informed -- which we believe is multiple perspectives on today's current events. And we keep it to just that, and no more, because people today are busy. And because of our reader focus, our readers read every issue. The Economist and New Yorker put in all the content they think is important; in other words, they don't start with the reader's needs."


"We're a populist magazine," he explained. "We really are about the reader. The New Yorker is great to read and rightfully proud of great journalism -- but for its own sake."


We schreven reeds eerder over The Week

Media bouwen: wordt verwacht

België:

  • Story nieuwe stijl ligt op 3 juni in de winkels.Hoofdredacteur wordt Thomas Siffer.
  • Het personality magazine Jean Marie verschijnt op 30 mei.
  • Op Goedele is het nog wachten tot september.

Media (ver)bouwen: links voor 29 april 2008

  • De Hollywoord Reporter krijgt een nieuwe layout, en ook meer ruimte voor de door moederbedrijf Nielsen aangeleverde hitlijsten. Hier meer over de inhoud, hier meer over de vormgeving
  • Ook Eve Magazine krijgt een opfrisbeurt

Quote Yves Desmet

Ook in de media.com bijlage van De Morgen: een interview met Yves Desmet over de nieuwe krantenbijlagen bij zijn krant. En deze niet onbelangrijke opmerking:

Onze grootste concurrent is echter tijd. Hoe breek je in in het tijdspatroon van een mediaconsument?

De verzuchting is uiteraard niet nieuw. Anderen hebben eerder al de file de grootste concurrent van kranten genoemd. En toch blijven veel media makers geloven dat mediaconsumenten wel tijd voor hun creatie zullen maken.

Media bouwen: ijklezers Flair

Brecht Decaestecker, redacteur media bij De Morgen (B) en ex-student van de master journalistiek aan de Erasmus Hogeschool, interviewde vrijdag Mie van der Auwera, aankomend hoofdredacteur Flair en An Brouckmans, uittredend hoofdredacteur van Flair en nieuwbakken editorial manager maandbladen bij Sanoma

Dit artikel is een goudmijn voor wie het opstellen van een ijkpersoon voor een tijdschrift een hele uitdaging vindt.

(Brouckmans) “Lezeressen van Flair hebben honger naar het leven. Ze willen ontdekken en proeven. Taboes kennen ze nauwelijks. En ze hebben niet het gevoel dat ze gesetteld zijn, dat ze in een vast patroon terecht zijn gekomen. Ze hebben misschien keuzes gemaakt, maar dat betekent niet dat ze bij die keuzes moeten blijven ... (Van der Auwera) Onze redactrices zijn de verpersoonlijking van onze lezeressen: gewone vrouwen, intelligent en very open minded. Ze hebben een bepaalde joie de vivre. Ze lachen graag ... (Brouckmans) Ze zijn extravert en sociaal. Ze babbelen veel."


Wat verder in het artikel wordt gevraagd naar het verschil met Libelle
(Van der Auwera) "De overstap naar Libelle komt er eerder als je gesetteld bent, als je keuzes gemaakt hebt in je leven waarvan je weet dat ze definitief zijn."


Dat heeft ook inhoudelijke consequenties
(Brouckmans) "Seks en relaties zijn twee van de belangrijkste onderwerpen voor Flair. Logisch: onze doelgroep bestaat vooral uit vrouwen tussen 18 en 35. Die zitten in een fase waarin ze zoeken naar de man of vrouw in hun leven en alles wat daarbij komt kijken. Daarom brengt Flair die onderwerpen vaak en veel, maar onze lezeressen hebben er ook behoefte aan. En ja, we geven cadeautjes. We bieden vibrators en andere leuke speeltjes aan, maar dat past 100 procent bij het blad. (Van der Auwera) We geven ook portefeuilles en armbanden weg, maar wat onthoudt iedereen? De penisring....Wij komen er ook mee weg, omdat Flair alles bespreekbaar maakt. Dat moeten we af en toe in de verf zetten. Dat kan ook met een goed verhaal. Bijvoorbeeld: moeten mannen hun schaamhaar scheren? (Brouckmans) De dag dat je daarmee uitpakt, is het op tal van kantoren hét gespreksonderwerp. En geef toe: bekeken, gelezen en opgepikt worden, dat is toch wat elk medium wil?”


Niet in het artikel, maar uit mediaonderzoek (semiometrie) weten we dat de verschillen verder gaan. Ook interessant aan het artikel is dat de belangrijke media 'beloningen' die we in Uses & Gratifications vinden ook hier op evenwichtige wijze terugkomen: persoonlijke waarden worden gereflecteerd terwijl lezers toch deel uitmaken van een groter sociaal geheel, en er is een informatie- en ontspannings-functie

Media bouwen: Magazines: links voor 26 april 2008

  • Runner's World
    De uitdaging voor een magazine voor lopers is dat van vele magazines: je bereikt mensen in verschillende fasen van de 'levenscyclus'. Er zijn altijd nieuwe lezers in de markt voor productinformatie en basics, waar meer ervaren lezers hier veel minder interesse in hebben. Willey, hoofdredacteur van Runner's World en zelf loper, probeert het magazine voor alle lezers boeiend te houden door aan storytelling te doen, en 'lopen' veel meer te gebruiken als invalshoek voor grotere thema's dan als eindbestemming op zich.
  • Mama
    Mama is een glossy voor moeders, met de nadruk op de dromen die komen kijken bij het moederschap, en die het moederschap als invalshoek gebruikt voor thema's in je in algemene vrouwenbladen ontmoet.
  • Inc magazine
    Inc, het handboek voor de Amerikaanse ondernemer, wordt door Mediapost goedgekeurd wat afstemming op de doelgroep betreft

Brand review: links for 26 april 2008

  • Nieuwe campagne voor The Week (VK)The Week, een snelgroeiend nieuwsmagazine heeft een nieuw reclamebureau.

    UPDATE 29/4: Het Amerikaanse zusje, van dezelfde uitgever, van The Week verspreidt ondertussen niet minder dan 500.000 exemplaren, en zit daarmee gevestigde waarden als Newsweek op de hielen.

  • The Financial Times (VK)wil een positie op zaterdag innemen, die sterk genoeg is om de concurrentie met de zondagskranten te doorstaan. De campagne toont een stel hersenen, waarvan de hersenen die de door de FT geprikkeld worden, fel oplichten
  • Ook De Belgische krant De Morgen verwacht dat het leesplezier in haar krant tot zondag duurt, en dus de straten op zaterdag leeg zullen blijven en extra kinderopvang op zaterdag noodzakelijk zal zijn.
  • Celebrity magazine Gala (NL) positioneert zich op "eerlijke roddels"
  • Kompakt krant NRC.next wordt een actieve partner van popfestival Lowlands
  • Campagne voor het Duitse themakanaal Comedy Central

Media bouwen: advies: Tell stories

Wright Thomson van sportzender ESPN geeft studenten journalistiek volgend advies: eigenlijk is er niets veranderd: stel de juiste vragen en vindt interessante mensen om ze beantwoorden. Het gaat over storytelling: wees dus een goede verteller van verhalen. De beste verhalen hebben een hoofdpersonage, een plot en gaan over hoop en angst.

Media (ver)bouwen: The Wall Street Journal

Ex-media analiste Lauren Finch stelde zich enkele dagen geleden zich de vraag of de Wall Street Journal in haar poging om de concurrentie met de New York Times aan te gaan, haar formule niet teveel laat verwateren en dus nog wel relevant blijft voor de kern van haar doelgroep.

Dat gevaar is niet denkbeeldig, want net vandaag maakte PEJ (Project for excellence in journalism) de resultaten bekend van een inhoudsanalyse van de Wall Street Journal, voor en na de overname door News Corporation (Rupert Murdoch). De zakelijke verslaggeving van de krant heeft de helft moeten inleveren, ten voordele van binnen- en buitenlands nieuws. Een illustratie van mijn stelling "wat je zegt ben jezelf".
De studie kan hier als pdf hier ingekeken worden.

UPDATE 29/4 Pro's en contra's bij Seekingalpha dat ook verwijst naar de mislukte poging van de Financial Times om te verbreden naar een meer algemene positie, terwijl concurrent New York Times in de interne keuken bij de Wall Street Journal blikt. De oplagecijfers van de afgelopen 6 maanden geven echter een klein plusje voor de Wall Street Journal (en USA Today) en mincijfers voor andere Amerikaanse kranten.

Media verbouwen: restyling Het Parool

Een blik achter de schermen bij de restyling van Het Parool, met bijzondere aandacht voor de gebruikte lettertypes Meta Serif en Strada. Het artikel bevat prachtige voorbeeldpagina's van de nieuwe krant.

Media bouwen: een naam voor je magazine of krant

Een interessant artikel op de website van custom magazine publisher jansen & jansen over de naamgeving voor tijdschriften. Het belang van het oproepen van de juiste associaties, uniekheid en de byline passeren de revue, met flink wat voorbeelden.

Twitter als tussenstap onderweg naar een"Daily Me"

De voorbije dagen was er ongenoegen bij een aantal twitter gebruikers over de hoeveelheid berichten die je ontving, als je je abonneerde op de feed van de New York Times. Gebruikers vonden een bericht af en toe, tussen de stroom van berichten van vrienden en relaties, wel interessant, maar niet als je plots je normale stroom onderbroken ziet met enkele tientallen berichten.

Ik geloof dat dit meer is dan een vage notie van “information overload”. Diensten als twitter zijn in embryonale vorm wat ooit wel eens de “daily me” zou kunnen worden.

Mediagebruikers zijn in eerste instantie geïnteresseerd in zichzelf en hun omgeving. En hoe groter de impact van een gebeurtenis, hoe groter de reikwijdte van wat interessant gevonden kan worden. Veel regionale media maken die vergissing : het is niet omdat het in de regio gebeurt, dat het automatisch interessant is. Media en nieuws zijn interessant als het over familie en vrienden gaat (en dat gebeurt vaak, maar niet noodzakelijk, vlakbij, en omgekeerd: niet alles wat vlakbij gebeurt is relevant), als de informatie voorbij komt die relevant is voor jou als werknemer, verkeersgebruiker, eigenaar of huurder van een woning, ouder van kinderen, als je persoonlijke interesses aan bod komen en als je op de hoogte bent van wat je moet weten, omdat iedereen het er over heeft (the news will find me). Een "feed" die dat verzamelt zou aardig in de buurt komen van een ideale “daily me”.

Twitter, de feeds in Facebook e.d. houden je vandaag al op de hoogte van wat je vrienden doen (voor zover die twitteren uiteraard). “Sharing” (bookmarks, nieuws, video, …) houdt je op de hoogte van wat interessant is, of in elk geval, wat anderen interessant vinden. De vele kanalen waarlangs dit kan, creëren ruimte voor nieuwe aggregators (zoals bijvoorbeeld friendfeed)

De uitdaging wordt om het aantal berichten af te stemmen op de verwerkingscapaciteit van de mediagebruiker (en die varieert van moment tot moment, net zoals de bereidheid een achterstand weg te werken) en relevant te houden. Facebook kwam onder vuur te liggen toen in de feeds van gebruikers plots veel berichten opdoken van mensen die je amper kende, maar wel aan je profiel had toegevoegd. En zo ligt de twitterfeed van de New York Times nu onder vuur, omdat die op dat moment voor mediaconsumenten te massief en te weinig relevant is.

Het idee van een nieuwsfeed als daily me, is een interessant concept. Alleen is het nog lang zo ver niet. In het zoeken evenwicht en relevantie is nog een lange weg af te leggen. En Social networking, als indicator van wat veel gedeeld of gewaardeerd wordt (cfr Digg) is slechts één van de componenten. Ook de techniek is een struikelsteen (een volwassen mediatechnologie als RSS is nog steeds een nobele onbekende en blijft zelfs op conceptueel niveau voor veel mediagebruikers abstract). Ook aan de bron schort er nog wat: niet iedereen is even extravert (of heeft evenveel tijd [tijd]) om aan lifecasting te doen. Hoewel hier ook al semi automatische diensten opduiken, die je laten weten wie waar en wanneer is.

Of al die hindernissen opgeruimd raken zal uiteindelijk bepalend zijn of (de opvolgers van) twitter en verwanten hun belofte kunnen invullen of dat steeds meer mensen “twitter moe” worden.

Media (ver)bouwen: links voor 23/04/08

  1. Restyling Vogue online (CondéNet)
    Interessant en gedetailleerd overzicht van nieuwigheden bij het magazine. Onderwerpen die werken (zoals StreetChick) worden uitgebreid, en ook op andere punten speelt de site in op lezersverwachtingen.
  2. Restyling The Wall Street Journal
    Het dagblad presenteert een beperkt aantal nieuwigheden, vooral in het opinie gedeelte van de krant.
  3. Branding BBC vernieuwd
    Visie van een insider op de nieuwe huisstijl van de BBC, die vooral de verschillende BBC merken onder één (wereld) merk moet verenigen. Ondertussen krijgt de tv zender wel flink wat kritiek
  4. De dag van Jan Roelof Stienstra
    Marketingfacts en De Nieuwe Reporter brengen een interview met de nieuwe algemeen directeur van gratis krant (NL) DAG. Helaas blijft Stienstra op vlakte wat ons echt interesseert, zoals welke 'andere' focus DAG dan wel legt.


Amerikaanse nieuws media houden van Obama

In de marge van de Amerikaanse voorverkiezingen stelt zich de of de media aandacht die naar Obama gaat gerechtvaardigd is. Voorverkiezingen vormen een uitdaging voor magazines: "stel je het probleem voor dat je de foto van een kandidaat op de cover brengt, en dat de kandidaat net de week dat het nummer in de winkel ligt enkele voorverkiezingen verliest", zegt Newsweek’s John Meacham. Elders stelt hij dat “…media niet ideologisch maar conflictgedreven zijn…. Wij zitten in de "storytelling business, keer op keer hetzelfde verhaal vertellen, zou vervelend worden”. In ieder geval lijkt het verhaal achter de kandidaat invalshoeken te leveren voor tijdschriften in alle sectoren, zoals dit cover overzicht op folio.com bewijst.

Zelfs in Europa is er veel interesse voor de strijd tussen Obama en Clinton. Hoewel de uitslag voor ons niet meteen relevant is, is het toch een goed en spannend verhaal. Story telling toch ?

UPDATE 2/5: Dichter bij huis probeerde Corriere della Sera de Italiaanse verkiezingsuitslag te voorspellen door de magazinebijlage in split run uit te brengen: lezers konden kiezen uit vier covers met elk één van de kandidaten.

UPDATE 13/5: Photography Director Rob Haggart toont op zijn blog de opvallende gelijkenis tussen verschillende magazine covers met Obama op kop. En analyseert hoe dit kon gebeuren en geeft tips hoe dit te vermijden.

Doelgroepdenken bij Britse kranten

Richard Addis van newspaper consultancy "shakeup media" trachte vorige week de lezersgroepen van Britse nationale kranten te beschrijven in termen van 'tribes', en heeft het daar niet zo makkelijk mee. Toch geven dit soort beschrijvingen, hoe summier ook, vaak meer tastbaar profiel van lezer en krant dan een opsomming van percentages op socio-demografische criteria. Nog beeldender voor krantenlezers is uiteraard deze scene uit de komische tv reeks 'Yes Minister'



De Daily Mail is een erg interessante 'mid-market' krant in het VK, die eerder al als voorbeeld ("best practice") figureerde in het "shaping the future" project van de World Association of Newspapers. De krant krijgt veel navolging, ook in Europa. Zo presenteerde Xavier Verellen, commercieel directeur van de Persgroep, ooit 'a tribute to the daily mail' op een INMA conferentie. De Daily Mail positioneert zichzelf als krant voor de aspirationele middenklasse. Ze willen dat zij en hun kinderen het goed hebben, dat de economie goed draait… Dus is positie innemen tegen de stijgende levensduurte, wat de krant vrijdag deed, een actie op maat van media en doelgroep. Het dagblad hangt de campagne op rond een eigen levensduurte index. Pijnlijk is natuurlijk wel als je op dat moment zelf een prijsverhoging van de krant moet aankondigen.

Een relatieve nieuwkomer in Brits krantenland is het gratis financiële dagblad CityAM. The Independent bracht dit weekend een interview met de erg jonge hoofdredacteur (30) van de zakenkrant. Ook hier is doelgroepdenken niet ver weg: City AM wil de krant van de 'boys & girls' van de city zijn. Daarom heeft het ook aandacht voor het sociale leven van jonge beurshandelaars en wordt er meer aandacht besteed aan net die financiële producten waarmee zij meer werken.

Magazines Sanoma positioneren zich op 4 belevingswerelden

Sanoma's Researchblog meldt dat het bedrijf het BSR model inzet om redacties bij te staan in het vinden van de juiste onderwerpen en toon voor de doelgroep van elk tijdschrift. Het model is sterk verwant aan het "motviations to media" model dat Censydiam uitwerkte voor mediacentrale Vizeum, en beschrijft lezers op twee assen:

  • introvert versus extravert
  • ego expansie ("ik") versus het belang van de groep ("wij")
Een mogelijk voordeel van het BSR model is de zeer uitgebreide vragenlijst. Dat maakt het mogelijk doelgroepen heel tastbaar te beschrijven, want de uitdaging in mediamanagement en het opstellen van ijkpersonen en bladformules is altijd het voor redacties tastbaar maken van relatief abstracte begrippen als "zekerheid zoeken" enz...

Lees hier meer over de rode, groene, blauwe en gele belevingswereld.

Take-away: het is doorgaans niet zo moeilijk je eigen medium (tijdschrift, krant ...) en concurrende media in zo'n mapping te plaatsen. Ben je gelukkig met waar je staat ? Haal je voor leden van deze doelgroep het maximum qua invulling uit je huidige bladvulling?

Media en "stickyness" (2)

Wat media vandaag "viral" noemen heette vroeger gewooneen "lopend vuurtje". In de Tweede Wereldoorlog werden geruchten een krachtig wapen wat leidde tot het opstellen van een handboek. (via Dan Zarella) Net als in "De Plakfactor" is eenvoud belangrijk, maar veel meer aandacht gaat naar het inventariseren van kennis (of het gebrek er aan), angsten, hoop. Het handboek bevat tientallen voorbeelden om een boodschap voor viraal gebruik zo krachtig mogelijk te formuleren. Ook zonder van deze kennis misbruik te maken kun je als media maker toch je voordeel doen met deze kennis, al is het maar om juist desinformatie te bestrijden.

Media "Made To Stick"

Made to stick (De Plakfactor) van Dan en Chip Heath is een waardevol boek voor iedereen die moet communiceren. Het boek bevat tientallen praktische tips voor het ontwerpen van communicatie campagnes, een missie opstellen en overbrengen, presenteren...

Maar ook als media maker heb je veel aan het boek, met vele anekdotes uit media en journalistiek. Eén zo'n anekdote is het verhaal van Hoover Adams, de hoofdredacteur van de Dunn Daily Record, een erg succesvolle regionale krant in de Verenigde Staten. Op het moment dat het boek geschreven werd, haalde de Daily Record een penetratie van 112%, met verkochte kranten dan er huishoudens in het wervingsgebied lagen. Toen Adams in 1978 het gevoel had de krant haar lokale invalshoek kwijt raakte, lanceerde hij deze missie:

"Namen, namen en nog eens namen"
Namen zijn volgens Adams zelfs belangrijker dan kosten, dan goedgeschreven artikelen, dan een kernexplosie in een naburige stad…Een eenvoudig, tastbaar, concreet en geloofwaardig recept voor een krant die sterk lokaal geworteld is.

Nog een interessante anekdote is het verhaal van scenarioschrijfster Nora Ephron. Ephron kreeg tijdens haar opleiding journalistiek de opdracht het nieuws te distilleren uit een persbericht over het bezoek van prominenten aan de universiteit voor de daaropvolgende week. Net als haar collega studenten herwerkte Ephron het persbericht tot een traditioneel nieuwsbericht. De oplossing van de docent was veel krachtiger , nl. "volgende week geen les"

‘Het was een adembenemend moment’, herinnert Ephron zich. ‘Op dat ogenblik besefte ik dat je bij journalistiek niet alleen feiten oplepelt, maar datje de clou moet achterhalen, Wie, wat, wanneer en waar is niet genoeg. Je moet begrijpen wat het betekent en waarom het van belang is’ De rest van het jaar zou elke opdracht een geheim bevatten, een verborgen clou die de studenten moesten achterhalen om een goed verhaal te krijgen.


Om onze kranten, magazines, radio en tv programma's 'stickyness' te geven zijn eenvoud, onverwachtheid, gevoel, geloofwaardigheid concreetheid en een verhaal essentieel. "De plakfactor" is een geweldig boek om dit onder de knie te krijgen.

Onverwacht gephotoshopte modellen in kranten en magazines

De media rubriek van de Britse krant The Guardian stelt vast dat de redactionele politiek van kranten en tijdschriften redacties vereist dat zelfs slachtoffers "er goed uitzien" De kritiek is niet onterecht, maar gaat voorbij aan de uitdaging die mediaconsumenten voor media vormen. Lezers hebben namelijk altijd iets aspirationeel en willen in hun lijfblad mensen zien zoals ze zelf zouden kunnen zijn (vinden we onszelf allemaal niet iets slimmer en slanker dan onze medemens?). Dat maakt van Photoshop een onmisbaar hulpmiddel, hoewel de effecten soms net iets anders zijn dan je zou verwachten : zo doet de Engelse krant The Telegraph verslag van hoe een modemagazine Cameron Diaz voller doet lijken (in de wangen, de heup, de armen ...). Met voor en na vergelijking.

Mediabeleving blogs

Buzzwatch @ WSJ blogs brengt een interessante kwalitatieve (n=15) studie over de lezers van blogs. Bekende motieven als 'gewoonte' en een 'personal time out' komen terug. Op 'information overload' reageren lezers door de blogs in kwestie een tijdje te negeren. De officiële studie vind je hier (pdf).

Marketing campagne krant AD Sportwereld

De reclamecampagne voor AD Sportwereld (NL) kan je bij marketingfacts online bekijken. Het vaakst gegeven commentaar is dat de campagne polariserend is. Misschien mag dat ook wel, want sport gaat over passie, emotie en identiteit, over uitdagen, winnen en zorgvuldig gekanaliseerde conflicten. In media onderzoek vinden we vaak een verband terug tussen sport, media en bovenstaande waarden. Dan is een concept dat lezers uitdaagt of ze voldoende sportgek zijn mogelijk een goede keuze.

UPDATE 18/4: Hetzelfde en toch anders, campagne voor de Britse sport krant Daily Sport (VK). Een in verspreiding niet zo heel erg grote krant (97K oplage), maar wel "het laatste bastion voor echte mannen". De krant onderging een redesign en trok een hoofdredacteur aan met ervaring bij een mannenblad. De formule moet gaan bestaan uit sport, vrouwen en grappen. Of deze media positionering succesvol zal zijn valt nog af te wachten, maar uitgever Sport Media Group kan alvast een winstgroei van +48% over de afgelopen maanden voorleggen.

UPDATE 29/4: één week na de herlancering, redactie en externe waarnemers over de nieuwe Daily Sport:


Andere media campagnes in dezelfde categorie: de krant Het Nieuwsblad (B) positioneert zich op de Ronde van Vlaanderen. Ook Belgisch is deze campagne voor een magazine voor motorrijders.

Wie kijkt waarom reality TV

Psyorg.com legt vandaag het verband tussen interesse in reality TV en het gebruiken van sociale netwerken. ("We're All Stars Now: Reality TV, Web 2.0 and Mediated Identities") Jongeren die vaak naar reality shows kijken, hebben een veel uitgebreider sociaal netwerk, zullen vaker foto's opladen enz... Ook opvallend is dat reality tv kijkers in verhouding veel meer "oppervlakkige" vriendschappen kennen, online vrienden die men in realiteit zelden of nooit ziet. De onderzoekers spreken dan ook graag van "mediated selfs", de persoonlijkheid zoals we die naar anderen toe projecteren via (sociale) media, en leggen het verband met typisch "celebrity" gedrag.
De studie zelf kan hier ingekeken worden.

Op de vraag waarom mensen reality tv kijken zijn verschillende invalshoeken mogelijk. De studie van Steven Reiss ("Why people watch reality tv") koppelt het kijken naar reality tv aan verschillende persoonlijkheidstypes. Hij legt ondermeer het verband tussen kijken naar reality shows en status motieven. Interessante inzichten in waarom we zo geïnteresseerd zijn in celebrities vind je ook in de evolutionaire psychologie, bij Charlotte De Backer.

Take-away: mediagebruik is vaak aspirationeel. Nieuwe media creëren nieuwe mogelijkheden, maar ook in "oude" media zijn er mogelijkheden te over om ons "mediated self" te tonen.

Beste en slechtste praktijken in zoekmachine optimalisatie voor media websites

Nieuwe technologie laat mediaconsumenten steeds meer toe zelf moment en plaats van mediagebruik te bepalen. En "Search" maakt dat ook het initiatief steeds meer bij de mediaconsument komt te liggen. Daarom is "search engine optimisation" (SEO) ook voor mediabedrijven steeds belangrijker. Twee recente interessante bijdragen:

UPDATE 25/4: In de officiële ABCe's, zet ook The Daily Telegraph succes neer. De website van de krant is op korte tijd flink gegroeid februari op maart: 38.7%, jaar op jaar 136%). Het geheim: meer nieuws (+50%), snellere laadtijden voor gebruikers, maar vooral ook meer thematische pagina's die het goed deden bij de zoekmachines.

UPDATE 7/5: De Times heeft zelfs een eigen "search team".

UPDATE 13/5: Deze post tegen gekomen waarin Joost de Valk tips geeft voor SEO van online kranten, én ook deze van Ross Dawson over seo for newspapers.

Invloed sociale netwerken op TV kijkgedrag

Sociale integratie is één van de basisbeloningen in Uses and Gratifications . Dat het verband ook omgekeerd werkt mag dus niet verbazen. In Nederland experimeert onderzoeksinstituut TNO met een pilot van connectTv, een opzet waarbij tv kijkers kunnen meevolgen welke programma's in hun sociale netwerk gevolgd worden en er ook over in echt-tijd kunnen communiceren. Resultaat was een betere mediabeleving (kijkers ontdekten interessantere programma's) bij minder zappen. Mediafacts trekt een aantal lessen naar zakenmodellen in het algemeen.

Take-away: een extra settop box is vermoedelijk een stap te ver om een dergelijke dienst ingang te doen vinden, laat staan om dit soort mogelijkheden te ontwikkelen voor niet-interactieve media. Toch is er in dit web2.0 tijdperk geen enkele reden om lezers basisfeedback (meest gelezen artikelen, meest gemailde artikelen, meest gestelde vragen ...) te onthouden.

Voorpagina met cijfers

Cijfers kunnen een krachtig hulpmiddel zijn voor een aansprekende cover. John Brady geeft op Folio tips om maximaal resultaat te halen uit getallen op de voorpagina.

Priming effecten bij mediaverwerking

Onderzoekers aan Wharton toonden aan hoe "cues" (hints) uit de omgeving later de verwerking van media beïnvloeden. Proefpersonen die eerder een illustratie van een hond te zien kregen, herkenden sneller het merk Puma. De verklaring ligt in de associatieve werking van ons geheugen: de associaties tussen hond en kat liggen niet ver uit elkaar, en van kat naar Puma is ook niet zo'n enorme gedachtensprong als dat pad doorheen ons associatief netwerk eenmaal open ligt.
"Pumas, Planets and Pens: how cues in the environment influence consumer choice". In dezelfde lijn ligt het onderzoek van Gavan Fitzsimons aan Duke University: alleen al het kortstondig zien van het logo van Apple maakt ons meer creatief (audio interview, pdf met "automatic effects of brand exposure on motivated behaviour" )
UPDATE: vandaag (14/4) brengt marketingonline.nl de case van hoe Mars in 1997 significant meer candybars verkocht in het verlengde van de berichtgeving over de landing van marssonde pathfinder.

Take-away: wat houdt mensen vandaag bezig? Een verband met jouw boodschap, hoe indirect ook, maakt elk bericht meer relevant