Editors Weblog meldt dat het Amerikaanse persagentschap AP een antropologische studie naar jonge mediaconsumenten zal voorstellen op het World Editors Forum van begin juni. Dit is een kwalitatieve benadering van mediaonderzoek, waarbij 18 jongeren tussen 18 en 34 jaar dagenlang van nabij in hun mediagebruik werden gevolgd. Vaak heeft dit type onderzoek meer een verklarende of verkennende waarde, dan de ambitie om representatief te zijn.
De bestudeerde jongeren volgen vooral 'facts' en 'updates', maar lijken ook bijzonder geïnteresseerd te zijn in "what's going to happen next". Heel vaak kwam het nieuws electronisch toe (e-mail), en werd het verder verspreid via sms, sociale netwerken en opnieuw e-mail. Daarmee wordt nieuws een soort "social currency", een investering in de uitbouw en onderhoud van het sociale netwerk van jongeren. Volgens de onderzoekers is dit een universeel mechanisme, en is er weinig verschil tussen jongeren in de VS of India. De uitdaging voor mediabedrijven is m.a.w. nieuws te brengen dat waarde heeft voor jongeren als "social currency".
Het is nog even afwachten tot we meer informatie over de studie hebben, maar de conclusie dat nieuws waarde heeft als "social currency" is in ieder geval een open deur. Sociale integratie (Uses & Gratifications) is een basisfunctie voor een medium, en wat dat betreft zijn er geen verschillen tussen jongeren of ouderen.
Mindich wees er in "Tuned Out" (2005) op dat politiek nieuws enkel gevolgd wordt door jongeren die ook in hun community nieuwsfeiten al bediscussiëren, en dat anderen voluit voor "meteen bevredigende" ontspanning gaan. En in Nederland was er (2006) een gelijkaardig discours in het niet geheel ongecontesteerde onderzoek van Irene Costera Mijer. Berichten die overigens ook als "social currency" ingezet kunnen worden. In dit recente artikel in The New York Times wordt (ondersteund door onderzoek van The Pew Internet & American Life Project) gesproken van een "social media generation", waarvoor het "delen" van informatie natuurlijker is dan het "zoeken" naar. Wat leidde tot deze veelzeggende uitspraak in een focus groep: "if the news is that important, it will find me". Eén les is in ieder geval sites maar best een minimale "sharing" (digg en andere) en forwarding functionaliteit moeten voorzien, samen met een overzicht van meest gedeelde/geforwarde artikelen.
Interessant in die zin is de conclusie die Henk Blanken trekt: nieuws is niet wat nu gebeurt, maar wat straks gaat gebeuren. In een wereld waar informatie quasi ogenblikkelijk naar je toekomt, waar iedereen in je sociale netwerk bijna op hetzelfde moment over dezelfde informatie beschikt, kun je je voorstellen dat alleen wat straks gaat gebeuren, nog nieuwswaarde heeft, nog kan verrassen of verbazen. De evolutie zogenaamde prediction markets zouden een voorbode hiervan kunnen zijn, hoewel het succes hiervan nog eerder beperkt tot twijfelachtig is (Voorbeeld: mediapredict).
Labels: kranten, mediapsychologie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten